9 oktober 1882
Brief van Multatuli aan D.J. Korteweg. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Arnhem Maandag
Waarde Korteweg!
Gister ontving ik te Rotterdam de beide ‘Declarationen’ van de Germania, en gaf u daarvan niet terstond bericht, omdat ik toch op een daarvan de handteekening myner vrouw moest laten zetten, en 't dus met één moeite doorgaat, U beiden te-gelyk terug aantebieden. Morgen (dinsdag) avend ben ik tehuis. Ik zal ze dus woensdag te Nieder-Ingelheim op de post doen.
Ik heb eenige oogenblikken in beraad gestaan, of misschien de legalisatie door twee getuigen te Ingelheim moest plaats hebben. Maar daar toch de storting te Amsterdam heeft plaats gehad, en de stukken door bemiddeling van den Amsterdamschen agent worden ingezonden, waaruit volgt dat hy voor de authenticiteit der verklaring instaat, ben ik daarvan terug gekomen. Zéér stipt gesproken is dit misschien unzulässig [1.] unzulässig: (in duitse schrijfletters) ontoelaatbaar (du.), maar als de Germania 't goed vindt, is 't my wèl. Met de legalisatie der handteekeningen bemoei ik my alzoo niet.
Met het discompteeren [2.] discompteeren: disconteren, een wissel voor de vervaldatum te gelde maken, gewoonlijk tegen een zekere inhouding (disconto). van den wissel, en zonder de minste boete, ben ik oogenblikkelyk geslaagd. Men heeft zelfs de goedheid gehad, my 't bedrag in marken te komen brengen tegen den hoogsten koers.
Wilt ge zoo goed zyn, my op de hoogte te houden van eventueele berichten uit Indie? Niet dat ik daarmee haast maak, o neen! Maar wel heb ik noodig te weten hoe ik daar met m'n ‘vrienden’ sta. De slechte uitslag der zaak aldáár verwondert me niet. Al wat in Indie ryk is of hoog geplaatst, of invloedryk, is m'n natuurlyke tegenstander.-
Alzoo morgen vertrek ik uit Holland. Wees intusschen hartelyk gegroet van
t.a.v.
DouwesDekker
Ik zal m'n brief uit N. Ingelheim laten aanteekenen.