9 mei 1882
Brief van J. Versluys aan V. Bruinsma (?). Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2(⅚) beschreven. (M.M.)
Amsterdam 9 Mei '82
Amice,
Uw aangeteekenden brief met duizend gulden heb ik in goede orde ontvangen en met Korteweg samen bij de Kasvereeniging gestort.
Van verscheiden leden van Tandem zyn er die niet meedoen aan 't huldeblyk en te Rotterdam zyn er ook. Dr de Haas schreef er zelfs het eerst over zeggende: het zou niet goed zyn om menschen die jaarlyks f20 of f25 [1.] f25: bedoeld: bijdragen. ongenoemd te laten en nu in een album de namen te plaatsen van personen die f1 gaven.
Iterson had ook 1 of 2 lui, die zeiden ik kan wel jaarlijks iets geven maar niet een groote som op eens. Dat blijft dus Tandem, maar in ieder geval zal 't voor een goed deel ophouden.
Callenberg v d Bosch had successievelijk zoowat al zijn lui van Tandem zien verdwijnen en zelf toen maar bijgepast. Hij vond echter deze gelegenheid zeer geschikt, om een eind daaraan te maken.
Ik ontvang reeds enkele opgaven die hooger waren dan vroeger. Maar t verschil was toch niet zoo groot. Eerst 18 of 19 Mei zal ik nu kunnen zeggen, hoever het met de zaak staat. En 't zal nòg de vraag zijn of ze dan wel alle hebben geantwoord.
Ik heb nu nog steeds geen antwoord uit Ingelheim op mijn brief van verleden Donderdag. Spreken zou beter zijn dan schrijven, maar Dek zegt: als we er over praten, is er veel kans dat ik onaangename dingen zeg en hij heeft het naar 't schijnt ook om andere redenen liever niet.
Na vriendsch. groeten
tt
J Versluys
Ik begin intusschen verlangend uit te zien naar het einde der heele historie.