Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
8 april 1882
van
Arie Cornelis Kruseman (bio)
aan
Adrianus Daniel de Vries
Volledige Werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883 (1991)
8 april 1882
Brief van A.C. Kruseman aan mr. A.D. de Vries Az. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 beschreven. (G.A. Amsterdam; fotokopie M.M.)
8 April 82
Geachte Heer,
Goede hemel - Bij Teyler vragen om een bijdrage voor het Multatuli-fonds, gij deedt het nog met meer kans bij de Synode! - Ik zou er niet mee durven, en ook niet mee willen aankomen, ten eerste omdat ik zéker ben den wind van voren te zullen krijgen, en ten anderen omdat ik persoonlijk met deze drukte niet opheb.
Dekker moet op zijn ouden dag geen armoe lijden; dat spreekt van zelf; daarvoor is hij te groot man van talent geweest. Of hij als man en vader al heel raar met zijn huishouden heeft omgesprongen of voor zich zelve den Don Quichot gespeeld heeft, dat gaat de wereld niets aan; ik ben dat volkomen met U en anderen eens. Dat door de gordijntjes van de binnenkamer gluren, is het tijdverdrijf van hofjes-jufvrouwen. Maar Multatuli als auteur, met al het kwaad, ja al het kwaad, dat hij bij zooveel goeds gebrouwen heeft, verdient niet een open en nationale hulde. Een pen is een heilig wapen en de kunst heeft een wijding. Bewaar den grooten schrijver en kunstenaar voor gebrek, uit eerbied voor zijn gaven, bezorg hem op zijn ouden dag zelfs wat weelde, maar zweep niet het volk op om een fanfare te blazen voor hem die dat volk voor een gedeelte heeft vergiftigd.
Als Dekker later behoefte mocht hebben om anonym ondersteund te worden, zult gij U, hoop ik, het adres willen herinneren van
tt
A.C. Kruseman