30 maart 1882
Briefkaart van J. de Koo aan V. Bruinsma. Met poststempels Amsterdam 30 mrt 82 en Leeuwarden 30 mrt 82, geadresseerd aan de WelEdGZGHeer Dr Vitus Bruinsma Leeuwarden. (M.M.)
Amice, De Amsterdammers hebben tot nog toe niet veel gedaan. Maar er is nu een uitnoodiging tot de Amsterdamsche onderteekenaars der cirkulaire gericht om te vergaderen, ten einde maatregelen te beramen om Amst. te exploiteren. Kunt gij Uw vriend Versluys niet eens aanspreken, om, nu de zaak eenmaal een publieke zaak geworden is, Nederland op een andere wijs te bewerken, dan alleen door publicaties? Er zijn niet alleen geen comité's in de verschillende plaatsen gevormd, maar het eerste inteekenbillet of de eerste inteekenlijst moet nog gedrukt worden. Wij mogen nu Multatuli niet blootstellen aan een échec.
De Beer is een onbeteekenend man, die zelfs niets beteekenen zou, als hij niet zoo'n groote ploert was. Hij haat v.d. Goes, houdt niet van mij en van vele anderen, maar wie hij in zijn gemeene insinua-ties eigenlijk bedoelt, weten wij niet. Hij moet voor zijn bloote billen hebben, - maar ik acht er mijn handen te goed toe.
Gaarne
tt
J. de K.