28 maart 1882
Brief van A. Collard aan A.S. Kok. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Breda, 28 Maart 1882
WelEdelgeb. Heer!
Bij mijn terugkeer hier ter stede op gisteren trof ik uwe letteren aan van 23 dezer. Mijne afwezigheid gold een sterfgeval in de familie, dat mij geroepen heeft tot de functie van executeur-testamentair, waarvan behalve tal van administratieve en andere beslommeringen, ook herhaalde afwezigheid van hier het gevolg zullen zijn. Om die reden aarzelde ik reeds gevolg te geven aan de uitnoodiging van den heer Roessing van Iterson om mij onder de 50 onderteekenaars van de bewuste circulaire te doen opnemen en ging daartoe dan ook slechts over op de verzekering van dien heer, dat men als het ware enkel ter verhooging van den moreelen steun, prijs stelde op de naamteekening van hem, die in Lebak getuige was van D.D.s werken, zwoegen en lijden.
Hoe gaarne nu ook met mijn volle sympathie voor het edel doel wenschende deel te nemen aan eene conferentie als door u aangegeven, zoo zie ik mij echter, nu ik Breda binnen weinige dagen weder voor minstens 1 week zal moeten verlaten, in de onaangename verpligting u te moeten mededeelen, dat de omstandigheden mij niet veroorloven op welke wijze dan ook actief in deze te kunnen optreden - voor het oogenblik en zeer zeker in de eerste maand is het mij ten eenenmale onmogelijk meerdere bezigheden van welke aard ook te aanvaarden. - Met betuiging van hoogachting heb ik de eer mij te noemen
WelEdGeb. Heer
UWG DwDienaar
A. Collard