14 februari 1882
Brief van J.H.C. Kern aan P.A. Tiele. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1(⅔) beschreven. (M.M.)
Leiden 14 Februari 1882
Amice,
In der tijd ben ik lid geweest eener commissie [1.] Bedoeld is de z.g. Multatuli-commissie van 1870; zie V.W. VI, blz. 336 e.v., met v Gennep, Stieltjes, Wertheim en Quack, ten behoeve van Dekker. De zaak is daarmede geëindigd dat hij in 't privaat en 't publiek ons allen heeft uitgescholden. Nu kan ik niet zeggen dat hij mij door zijne uitvallen gegriefd heeft, - want ik heb er om gelachen - maar ze hebben mij toch geleerd, geen ongevraagde hulp te verleenen. Meer wil ik niet zeggen, daar het medegedeelde voldoende is om U te verklaren, waarom ik aan Uwe uitnoodiging geen gehoor mag geven.
Geloof mij intusschen
Geheel den Uwe,
H Kern