11 februari 1882
Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
N. Ingelheim 11 febr. 82 beste Mansholt! Dank voor Uw brief van 28 Jani, dien ik vandaag niet beantwoord omdat ik me zeer onwel voel, en zelfs moeite heb de pen te houden. Ik schryf toch, om m'n vrouw 'n steentje uit den weg te ruimen.
Vooreerst, hartelyk dank voor Tandem. Of 't plan dat eenige heeren te Amsterdam en elders hebben opgezet, en waarover ik U op 'n vorige postkaart iets schreef, my voor 't weinigje tyds dat ik nog te leven heb, eenige rust zal verschaffen, weet ik niet. Toen ze my vroegen om opgave van eenige vrienden die my voorkwamen geschikt en genegen te zyn de oproepings-circulaire meeteteekenen, ben ik zoo vry geweest hun ook Uw naam te noemen. Let wel, alleen om die oproeping te teekenen. Zy waren van plan 'n 60 à 80 anderen uittenoodigen. Daaronder zullen er zeker wel zyn die bedanken. Ik bemoei er me weinig mee, meer hopende dan verwachtende dat het goed zal gaan. Slechts 'n ‘schitterend’ succes zou me welkom zyn. Een middelmatige uitslag benadeelt my. By al te kleine garnizoenen is't niet voorzichtig, appèl te houden onder 't oog van den vyand. -
Ik voel my alzoo heel onwel, zwak en lusteloos. Misschien is 't maar 'n gewone verkoudheid. En in allen geval wat kan ik verwachten op 62 jarigen leeftyd?
De laatste 14 dagen tot en met eergister leefde ik in de meening dat ik beginselen van kanker had. (Twee kleine bultjes of gezwelletjes die ik al 20 jaar by me draag) Maar drie Mainzer dokters die ik gister raadpleegden [1.] raadpleegden: kennelijke verschrijving. zeiden eenstemmig dat die dingen volkomen harmlos [2.] harmlos: onschuldig (du.); in duitse schrijfletters. waren. Over dat vermoeden van kanker was ik zeer verdrietig. Niet omdat daarvan 't eindje de dood is (die wacht ik toch, met of zonder kanker) maar ik zou zoo graag kalm en by m'n zinnen sterven. Een kankerlyder ligt daar als 'n varken dat gekeeld wordt, te schreeuwen. Dit komt me vernederend voor, en vooral onaangenaam voor de omstanders. Ook gaf ik graag 'n voorbeeld hoe een niet-christen sterft.
Welnu, 't is géén kanker. Tegen m'n gewoonte geloof ik nu die doktoren omdat zy allen t zelfde zeiden, en zonder de minste weifeling. t Zyn, zeggen zy, honig - of vet gezwelletjes die niets beteekenen. Dat ik op-eens, na ze zóó lang gehad te hebben, aan kanker dacht, vloeide voort uit 'n geval waarin ik den laatsten tyd betrokken werd. Een lyderes (gelukkig is ze eindelyk bezweken) wou maar altyd van my weten of ze in haar geval verantwoord was door vergif te nemen? Het stuitte my myn toestemmend antwoord ronduit te geven. Ik draaide al om den kant, tot ik eindelyk - omdat ze niet ophield! - zeide: ja. Doe het! De stumpert moet vreeselyk geleden hebben. Of ze nu aan haar pynlyk leven 'n eind heeft gemaakt door behulp van morphine, weet ik niet. Misschien wel. Hoe dit zy, by 't bespreken van haar zaak drong zich de loop die een kanker geschiedenis nemen kan gedurig by my op den voorgrond, en 't slot was dat ik dacht zelf met die liefelykheid begiftigd te zyn -
En nu de reden van m'n schryven. M'n vrouw geeft de party op. Na lang beraad ziet zy geen kans haar raadsheer en kasteel in't spel te brengen en uw koningin en beide kasteelen zullen haar koning niet loslaten. Ik ben volkomen van haar meening dat er niet aan te doen is. Neem dus de U toekomende hulde in genade aan. Leve de overwinnaar.
Onder de vele soorten van beroerdelingen die god zich veroorloofd heeft in't leven te roepen bekleeden napleitende verliezers een groote plaats. Daartoe behooren noch mn vrouw noch ik. Maar zy is zoo erg gesteld op 'n herhaling van haar geliefd ‘Zwei Springerspiel im Nachzuge’ [3.] Zwei Springerspiel enz.: twee paardenspel in de achterhoede (du.); in duitse schrijfletters. zooals de schaak geleerden haar verdediging noemen. Ze beweert (en dit is juist) dat myn invloed haar in den war heeft gebracht, en zou zoo graag nog-eens 'n gelyksoortige party willen spelen. Maar zy durfde het U niet vragen. Ziedaar waarom ik 't U voorstel. Wat haar betreft wenscht zy alles onveranderd te laten tot en met 18. Mocht gy haar 't genoegen willen doen, haar wensch te vervullen, dan wacht zy uw 19. Maar ook neemt zy 't volgaarne aan als gy [4.] gy: oorspr. voorafgegaan door ook. wilt beginnen van 'n lager cyfer. Misschien hebt ge lust hier of daar (vóór uw 19 reeds) 'n anderen weg in te slaan. Het nummer van uw zet zal beteekenen dat ge al de vorige zetten op den ouden grondslag blyft aannemen. Als gy dit doen wilt, zult ge haar groot genoegen doen. En ook my, want 't lykt wel of ik haar party wat bedorven heb. O, dit zeg ik niet om Uw roem te verkleinen. Toe, speel die party nog eens met haar, tot herstel van eer van haar 2 Springerspiel im Nachzuge. Die verdedigings manier der zwarten is 'n oude steen des aanstoots tusschen ons.
Dag beste kerel, groet Uw vrouw en meiskes. En van harte beterschap met den kleinen patient. Die keel weet wat tegenwoordig. Dat lichaamsdeel speelt 'n veel grootere rol dan in myn jeugd. De aneurismen [6.] aneurysma: verwijding van een vat door aderverkalking. schynen meer uitgewoed te hebben. Onlangs las ik in 'n courant dat voor 'n paar honderd jaren verkoudheid niet bekend was. De kwalen schynen elkander aftelossen. In plaats van pest en lepra hebben wy diphteritis, typhus en longteering.
Misschien is dit 'n afspiegeling van gelyksoortige dingen op ander gebied. Wat wy aanzien voor verbetering is slechts verplaatsing van kwalen. Het kontingent kwalen schynt er te moeten zyn. Wie 't eene übel [5.] übel: kwaad (du.); in duitse schrijfletters. verjaagt, verschaft toegang aan 't andere.
Ik betwyfel of de som van algemeen geluk bevorderd wordt door wat men vooruitgang noemt. Maar... door achteruitgang of stilstaan óók niet!
Hartelyk gegroet
tt
Dek