Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
9 februari 1882
van
Johan Albert Roessingh van Iterson (bio)
aan
Abraham Seyne Kok (bio)
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
9 februari 1882
Brief van J.A. Roessingh van Iterson aan A.S. Kok. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Tilburg 9 feb '82
Zeer geachte Heer,
Uw schryven van 7 feb is in goede orde ontvangen en met veel genoegen heb ik nota genomen van Uw bereidverklaring Uw naam te voegen by de anderen, die aan het Nederlandsche volk een huldeblyk voor Multatuli zullen vragen.
Van de door U gemaakte opmerkingen wordt het Comité in kennis gesteld; ik beloof U dat ze zorgvuldig zullen worden overwogen.
Het zal wellicht moeielyk vallen wat de juiste uitdrukking van elke zinsnede van het Manifest aangaat, een elk te bevredigen. Volgens hetgeen my geschiedde, zullen toch ongeveer 70 adviezen omtrent de redactie inkomen.
Wat natuurlyk niet wegneemt dat we er naar zullen trachten het doel te bereiken, ons overtuigd houdende dat gij medegaat al worden uwe bedenkingen niet ten volle opgelost.
Het woord ‘verdrukte’ is uit den Havelaar - ... worden verdrukt en uitgezogen in Uw naam..
Ik geef U echter grif toe dat men van het Manifest geen pamflet moet maken. Vooral omdat we ongaarne twistgeschryf zouden uitlokken, dat een floers zou kunnen werpen over den indruk dien we hopen M. te geven.
‘Koortsepedemie’ beschouwen we wel degelyk als gevolg van den hongersnood in Bantam, onmiddellyk gevolg van den buffelmoord, middellyk gevolg van de verarming der bevolking.
Hebt U het dezer dagen verschenen stukje aan den oud-majoor Perelaer gelezen? Binnen eenigen tyd zal naar wy hopen het verband tusschen de koortsepidemie en den toestand in 't algemeen ten duidelykst worden aangetoond.
Ik hoop u na eene Comité-vergadering nader te berichten
Hoogachtend
Uw dw dr
Roessing v. Iterson