28 december 1881
Brief van Multatoli aan H.L.F. Pisuisse. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 geheel beschreven. (M.M.)
Nieder-Ingelheim 28 December 1881
Waarde Pisuisse! Een verzoek, beste kerel. Schikt het U my wat te helpen aan 't verspreiden van de denkbeelden die de heer Perelaer neerlegt in z'n hartig stuk? (Handelsblad 25 Dec.) Ik was aangedaan toen ik 't las! Op zoo-iets wachtte ik sedert jaren!
De redactie van 't HBl. geeft (op 'n ander blad van tzelfde nummer) weer 'n staaltje van de leutermanier waarop men in Holland nu sedert byna 21 jaar m'n pogingen verydeld [1.] verydeld: verschrijving.. Perelaers stuk moet met voorzichtigheid gelezen worden, want ‘maar al te vaak, zonder voldoende bewyzen.. &c’
Ik zeg dat men ‘maar al te vaak’ voor voldoende bewyzen z'n oogen sluit. Indien men nu nog niet weet of Havelaar in z'n recht was, nu nog niet of ik de toekomst te donker kleurde, wanneer dàn? ‘Lebak is een woesteny.’ Aldus zeggen de indische bladen. Waarom dringen de kamerleden niet aan op 't publiceeren der bevinding van Dr Arntzenius [2.] Dr. Arntzenius: D.J.A. Arntzenius (1806-1848), nederlands arts en epidemioloog.. Hy heeft Lebak gezien, myn arm Lebak! Wanneer 't HBl. (en dergelyken) nòg eens aan 't onderzoeken zullen gaan, wèl, dat ze zich tot Duymaer van Twist wenden. Hy moet in-staat (en hartelyk genegen!) zyn iets van wat ik beweerd heb, te weerspreken. Sedert 21 jaren, hoe ook gesommeerd, zwygt die man.
Ik denk altyd met veel genegenheid aan U en groet U heel vrindelyk.
tt
DouwesDekker
De heer G. Valette dien ge zeker sedert eenigen tyd zult hebben opgemerkt als publicist, een beste knappe kerel, maakt [3.] maakt: oorspr. stond er is. met U net 'n span. Ook physiek, ook in fransche afstamming.
Mn beleefde groete aan Uw echtgenoot.