5 mei 1881
Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
De brief is ernstig door Mimi verminkt ten behoeve van de brievenuitgave S.E.W. Roorda van Eysinga en Multatuli (RvE); zij heeft de brief verknipt en verplakt en enkele stukken in eigen handschrift overgeschreven en op een andere plaats gezet. De tekst hieronder volgt het handschrift van Roorda van Eysinga.
Beste Dekker,
Genève, 5 Mei '81
Ik waardeer het zeer, dat Ge, ondanks Uw vermoeidheid en ontstemming, zoo spoedig de pen opvattet.
Met leedwezen las ik, dat uw physiek veel te wenschen overliet. Vroeger waart ge ‘impudent [3.] impudent: schaamteloos. gezond’. Maar ik ben na één improvizatie van 2 uren drie dagen als geradbraakt. Wat moet het zyn na 40? En dan niet genoeg te verdienen om een jaar te leven! Ik begryp ten volle uw afkeer van ons volk. Ja, de dominees zyn, geloof ik, in onzen tyd de grootste boosdoeners.
Gy woont dan toch aangenaam. Dit is goud waard (....)
Dat ware onverantwoordelyk. Ik zal dus een appart moeten huren, onder één dak met anderen, als in een kazerne, en dan nog 40 min. van de school; een gemeenschappelyk tuintje van 2 m. breedte en geen lommer. 1000 Fr. 's jaars.
Luik werd my ontraden door een vriend, die er woont. Ook 't klimaat zou my te regenachtig en te guur zyn, vermoedelyk nog meer myn zoon tegenstaan (....)
zou beslissen. En zoo geschiedde 't. Clarens ligt per sneltrein 3½ uur van G. De bezoeken van de schoonmoeder zullen nu minder menigvuldig, maar langer van duur zyn. Voor 's Jacob gevoelde ik iets. Toen ik in 1855 myn ontslag als off. had genomen, wou hy my admeur van zyn suikerfabriek maken, maar de Mol was hem vóór.
Bovendien waardeerde ik het, dat hy, by zyn optreding als dirr van de Exploit-My, van ⅓ van zyn traktt afzag. 't Bleef wel groot, en hy bezat een suikerfabk, maar toch, voor een Hollander was 't hoogst zeldzaam. Eindelyk vond ik het iets byzonders dat een marine-off. een goed spoorweg-dirr werd. Ik trachtte dus te gelooven, dat hy al het schandelyke van onze koloniale politiek niet inzag, maar, ingewyd, er een afschuw van zou hebben. Ik wilde op zyn eergevoel werken. Maar hy schynt sinds 12 April nog geen afgryzen van zyn dievenmandoerschap te hebben. 't Is, gelyk gy in 1871 schreeft: ‘L. is een gewoon mannetje; wy hebben niets anders.’ 't Zou zeker verdiend zyn, als wy weggejaagd werden uit de Oost. Maar wie zou in de plaats komen?
Wat [1.] De twee volgende alinea's staan vertikaal in de marge bijgeschreven op blz. 1 en 2. verpraatte de Casembroot zich leelyk in de (....) met te bekennen, dat de moederl. (....) Staatsspoorwegen aangelegd zyn, van 't geld der (....)..! ‘Waar blyft nu de eenheid? Het kan(aal) van Holland op zyn sm. werd immers (....) aangelegd van 't geld der Groningers?
De tribadische uitingen der meisjes op de (....) scholen zyn hier zelfs openbaar: aan 't open raam, in den tre(....) Met blydschap begroet ik de optreding (van?) vereerder ‘Willem Paap’. Ik wenschte te Parys de tentoonst. (1 Aug.-30 (....)) voor elektrt te zien. Niet dat ik er veel van be(gryp?) of weet maar misschien is er iets toepasselyk(s voor?) Indie. Ik koester nog altyd de ‘fantastische illusie eenmaal daar nuttig (....) - Keuchenius schynt op weg naar Meerenberg [4.] Keuchenius: Levinus W.C. Keuchenius (1822-1893), anti-revolutionair politicus, kamerlid en minister van Koloniën: op weg naar Meerenberg = bezig gek te worden..
Ik [2.] In handschrift van Mimi. heb Indië te lief om 't engelsch of duitsch te willen zien. Uw denkbeeld over een staatsgreep is onberispelyk.
Wat zyn de Gedenkschriften van Metternich onbeduidend. Boekverkoopers-speculatie. En zulk een man bestuurde Europa 33 jaren! Zyt met Mimi en Wouter hartelyk van ons de hand gedrukt.
Uw vriend
R.v.E.