Vermoedelijk 19 februari 1881
Brief van Multatuli aan J. van der Hoeven. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4(⅔) beschreven. (M.M.)
Hotel Weimer, Saterdag
Waarde Van der Hoeven!
Hierby in dank voor 't inzien, de geillustr. werken terug. Ge hebt my door de toezending grooten dienst gedaan, daar ik die vroeger twyfelde, nu beweer zekerheid te hebben dat 'n illustratie [1.] illustratie: bedoeld: geïllustreerde uitgave, met name van de Max Havelaar. in Holland onmogelyk is. Slecht brood eet men als er geen goed voedsel te krygen is, maar in Kunst kan alleen het uitstekende geplukt worden. Redelyk-wel is naar!-
Gister was ik van plan 'npaar van de ingeziene werken te behouden, maar vandaag ben ik van dit voornemen terug gekomen. Heden ochtend werd ik alleronaangenaamst verrast door Juffr.?? die me met een pakket brieven van m'n zoon kwam martelen. Voor 40 gl heb ik ze moeten lossen. Hier van hadt ge my gister en eergister niets gezegd. Enfin!
Hoe dit zy, ik moet me van alle niet volstrekt noodzakelyke uitgaven onthouden.
Wees zoo goed, niet te spreken over die illustratie plannen en myn oordeel dáárover. Wel heb ik 't gistravend den heer R [2.] R.: J.G. Robbers, directeur van ‘Elsevier’. oprecht meegedeeld, en hy kent dus m'n opinie. Maar misschien zou 't hem stuiten als-i vernam dat de zaak met derden behandeld was.
Adieu, vriendelyk gegroet
tt
DD
Ik mag immers den zakdoek wel ongewassen terugzenden? Anders blyft hy onder myn goedje. Wel bedankt.
Ik kan niet zeggen dat die juffrouw onbeleefd was, o neen! Maar toch is 't aanzetten van zulke duimschroeven niet zeer delikaat! Een vader te dwingen tot onverplichte betaling, door gebruik te maken van 't slechte gedrag van z'n zoon! Praktisch is het!