11 januari 1881
Brief van Multatuli aan J.G. Robbers. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Met gedrukt kopje Ch. Brugma Hotel Weimar Rotterdam.
11 January 1881
dinsdagavend
Geachte heer Robbers! Dank voor de toezending der teekeningen. En ge vraagt m'n oordeel? Ik gis dat ik niet bevoegd ben, en gaarne zou ik - juist nu ik de teekeningen gezien heb - my recuseeren. Ik zal trachten U die onbevoegdheid helder te maken. Op die beide platen zyn vier personen die ik gekend heb, menschen die voor my geen boekenfiktie maar werkelykheid representeeren. M'n eerste indruk was:
dat is de Regent van Lebak niet,
Dat is Verbrugge niet,
Dat is Tine niet,
Dat is kleine Max niet.
Maar die indrukken zyn geheel persoonlyk. Daarmee heeft noch de artist, noch de lezer van 't boek Havelaar te maken.
Droogstoppel, geen bepaald persoon, maar 'n litterarische karaktertype, vind ik uitstekend, en ik gis alzoo dat ook de voorstelling der andere beeldjes goed is voor het publiek, dat daarin niets anders zoekt dan reproduktie van letterkundige beschryving. Maar daaruit volgt dan toch dat myn indrukken my in den weg staan om den artist recht te doen wedervaren. Wanneer 'n bevoegd beoordeelaar over de voorstelling der personen die ik gekend heb, doch die voor hem slechts litterarische produkten zyn, zoo gunstig oordeelt als ik over den nooit bestaan hebbenden Droogstoppel, dan zyn de teekeningen zéér goed.
Dit laatste zy gezegd als leek. Over de waarde der teekeningen als zoodanig mag ik niet meespreken. Wel mag ik zeggen dat kostuum en bywerk
(sarong, kabaai, pendoppo, kleeding regent &c)
juist zyn, behoudens 'n paar twyfelende aanmerkingen. De teekenaar geeft blyk in Indie geweest te zyn. Ik meen dat 'n Adhipatti geen sirihdoos op zyn hoog welgeboren schoot neemt. Ook ben ik niet zeker of 't handvat van de kris niet aan de linkerzyde van den rug zit? Maar misschien vergis ik my. Wel had ik den jongen die den slamat [1.] slamat: groet, buiging (mal.) maakt, wat mikroskopischer gewenscht, een kleine ‘mas’ (iets als page).
Myn oordeel over 't geheel is zeer gunstig. Vrage: of vak-artisten aanmerkingen maken op wat de franschen noemen: ‘le faire’ [2.] le faire: de stijl, de vormgeving (fr.). Dit weet ik niet. Over zoo-iets zou nu iemand als de heer Rochussen [3.] Rochussen: Charles Rochussen (1814-1894), bekend schilder en illustrator, o.m. van Jacob van Lenneps romans. moeten beslissen. Droogstoppel is magnifiek.-
Wat zal Verbrugge wel zeggen als-i zich uitgeteekend ziet! Hy is sedert eenige jaren als gepensioneerd resident te Bergen op Zoom. Oud, zwak en ziekelyk. Hy schreide toen-i me weerzag in 79!
Na vriendelyke groete met achting
Uw Dienstwilligen
Douwes Dekker
Mag ik U voortaan zoo slordig schryven als aan den hr Funke?