* Waarschijnlijk begin augustus 1880
Brief van Mimi aan Marie Anderson. (Pee 1941, blz. 303)
Geisenheim.
Lieve Marie! Gisteren schreef ik je al: brief volgt. 't Was niet heel interessant daar het alleen is omdat ik je wat te vragen heb. En wel twee dingen.
Eerstens dan heb je me gesproken van een naaister die je liever je japon hadt laten maken. Zou je eens naar haar toe willen gaan en vragen of zij tegen matigen prijs een huisjapon voor me maken wil? Zoo ja, als je me dan haar adres zendt zal ik haar de stof en 'n maatjapon zenden en alles verder schrijven, en kan dan als ik eens in Wiesbaden kom bij haar gaan passen.
En ten tweede wil je voor Dek eens informeeren of zekere Horn nog in de Bleichstrasse 35 woont? Voor een paar jaar heeft hij draai- en werkbanken geannonceerd. Nu wilde Dek graag weten of die man daar nog te vinden is, of hij nog werkbanken verkoopt en zoo mogelijk ook iets van de prijs.
Dus, wil je zoo goed zijn?
Hoe naar van dien van Helden. Dek heeft hij soms ook zoo misselijk laten wachten. Op geld en brieven beiden. Het was dan omdat hij niet kòn zenden. Dat is waar. Maar dan liet hij ook het schrijven na. Onze logée is weg. Dat is vlug gegaan, he? En de schildpad maakt het wel, maar is telkens zoek in den tuin. - Käthchen heeft laatst Riekje nog in Wiesbaden ontmoet, vertelde ze. Nu-addio; alles goed. Je vindt immers niet te lastig ik je die paar boodschappen vraag?
Hartelijk gegroet,
M.