8 juli 1880
Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. Met enveloppe, geadresseerd aan WEdHeer D.R. Mansholt, Meeden, prov. Groningen (Holland) De datering ‘8 juni’ is een vergissing. Het poststempel is onmiskenbaar: veendam, 10 jul 80 (M.M.)
Geisenheim 8 Juni 1880
Waarde Mansholt,
Ontv: 8) D h4-h5
9) e4-e5
(als Springer [1.] Springer: paard (du.) c3 genomen wordt door L b4, neemt b2 den Läufer [2.] Läufer: loper, raadsheer (du.) als Springer f3 door den zwarten Läufer genomen wordt, neemt de Dame den Läufer. -
beste kerel, hierby 'n paar Rh. Kuriere, waarin echter de berichten over 't schaakcongres dürftig [3.] dürftig: gebrekkig, schaars (du.); in duitse schrijfletters. zyn. Binnen weinig tyds zal ik U beter verslagen zenden.
Voorloopig dit. De 10 (niet: 8) blindelings gespeelde partyen heb ik bygewoond. Wat de Rh. Kurier daarvan zegt, is waar! Hy zegt echter te weinig. Wel werd er nu en dan geapplaudisseerd.
(byv. by 't annonceeren en uitvoeren van den Mat in zes zetten tegen speler no 1, en by 't vlug opnoemen van den stand der partyen, ook by 't winnen van party no 3 (den laatsten) maar er was iets anders optemerken. Men was stom van verbazing, en had geen woorden meer! ‘Kolossal’ en dergel. uitdrukkingen waren abgenützt [4.] abgenützt: afgedankt, overbodig, triviaal (du.); in duitse schrijfletters.. Ook ik voelde me stom, en (lach niet!) ik was... aangedaan. Fritz is 'n jongmensch van wel aangenaam doch zeer gewoon voorkomen. Bescheiden in toon en manieren. Ik had hem wel willen omhelzen. Nog eens ik heb geen woorden voor den indruk dien zulk 'n Leistung [5.] Leistung: prestatie (du.) op my maakte. Hy won van de 10 partyen, negen, en onder de spelers waren meesters van 2n, 3n en 4n rang. Eén hunner byv. had in 't hauptturnier [6.] Hauptturnier: hoofdklasse-wedstrijd (du.) 'n prys gewonnen. Géén hunner speelde slecht. Al had Fritz alle partyen verloren, dan nog bleef de zaak overweldigend wonderbaar! -
Met eenige inspanning heb ik deze weinige onbeduidende regels geschreven. Smart heb ik sedert jaren gedurig, maar er zyn oogenblikken waarin ze my erger nog dan dagelyks drukt [7.] drukt: oorspr. stond er neerdrukt. (niet: neer). Het verdriet dat m'n kinderen my aandoen, is vreeselyk. Vooral m'n zoon! De tyding van z'n dood zou me welkom zyn. Hy leeft zichzelf en anderen tot last en schande. Op dit oogenblik weet niemand zyner betrekkingen waar hy is. Na velerlei infame handelingen is hy nu weer weggeloopen uit Rotterdam, waar 'n paar vrienden van my getracht hadden hem op liefderyk-verstandige wys op den rechten weg te brengen. Ik wist dat ze niet slagen zouden. Hy is krankzinnig-slecht, zedelyk kleurenblind. Zelfs z'n belang, ook als 't na voor de hand ligt, weerhoudt hem niet van de domste streken. -
Wees met uw lief gezin heel hartelyk van ons beiden gegroet
tt Dek