11 februari 1880
Brief van Multatuli aan Titia van der Tuuk. Enkel gevouwen velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Rotterdam 11 feb 80 lieve Titia! Hebt ge myn briefje ontvangen [1.] 1. Zie bij 5 februari.. Welken? vraagt ge. Waar en wanneer ik hem schreef weet ik niet meer. Ik gaf je daarin eenige adressen op, en ben nu bevreesd dat er misschien een brief van U ergens ligt. Meen niet dat ik U tot schryven dring. O neen! Ik vind het onaangenaam als 't my gedaan wordt. 't Is alleen om te weten of er een onbezorgd kon zyn wat me zeer spyten zou. Zeker schryven uit Middelburg dat (naar ik hoor) naar Utrecht geadresseerd was, heb ik nooit ontvangen. Dus beste meid doe me weten of ge my geschreven hadt.
M'n adres is
DD
Multatuli
spreeklokaal
te .....
Den 16 vertrek ik van Zierikzee om den 17 by tyds te Hengelo te zyn, dan kom ik in je buurt, maar daar 't 'n maandag is, geef ik er niet om. Ik zal later expres (zonder lezing liefst!) te Deventer komen op 'n Saterdag en Zondag.
Dag beste meid, hartelyk gegroet
Dek
Ik meen me nu te herinneren dat m'n aan U geschreven brief in 'n kleine editie van Vorstenschool lag. Ja. zóó was het. Maar van welke plaats verzonden, weet ik niet meer.