5 januari 1880
Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-4 en 5 (⅚) beschreven. De envelop is bewaard gebleven met poststempel Frankfurt a/M 5/1 Wetzlar en geadresseerd aan WEDgeb Heer D.R. Mansholt Meeden Holland. (M.M.)
Geisenheim a/R } 5 Jan. 1880
beste Mansholt! Hartelyk dank voor Uw brief en trouwe hulp. Morgen ga ik naar Holland om ‘voordrachten te houden’. Ik zie er zeer tegen op, maar 't is noodzakelyk.
Ge zegt: ‘de boel walgt me!’ Juist. Ziedaar een der redenen (de hoofdreden) waarom ik niet schryven kan voor publiek. Ik voel dat men niet hooren wil en dat maakt stom.
Ook physiek ben ik zwak maar dat zou byzaak wezen als ik me wat opgewekter voelde. Wat er van 't Publiek tot me komt, draagt de duidelykste blyken dat ‘men’ niet van me gediend blieft. En dit geldt vooral niet hoofdzakelyk van zoogenaamde ‘andersdenkenden’ neen, zy die voorgeven even als ik tegen die andersdenkenden te stryden, schuiven my voortdurend op zy. Ik nu, houd waarlyk niet van aan den weg timmeren. Nog altyd ben ik schuw voor publiciteit, en 't kost me inspanning in schrift of in persoon voor de menigte optetreden. Een stil vergeten leven zou my 't liefste zyn. Maar dat opzettelyk ignoreeren, of zelfs dat zwartmaken van m'n pogingen is my 'n bewys dat ik niet geslaagd ben in 't bereiken van m'n doel om iets goeds tot stand te brengen. Dit ontmoedigt!
Maar niet daarover wilde ik U heden schryven. Uw woord: ‘het walgt me’ is eigenlyk alles wat ik over de publieke zaak te zeggen heb. Voor heden basta dáár over.
Wat ik u wenschte meetedeelen is:
1o Dat ik zoo hoop ditmaal U in uw huis te kunnen bezoeken. Morgen Haspels sprekende die alles voor me regelt, zal ik hem vragen my zoodra ik in Uw buurt zal zyn, een of twee vrye dagen te bezorgen.
2o Schaken? Ik ga nu op reis en kan dus geen korrespondentie party aannemen, waarvan ik anders meer houd dan van 'n party uit de hand waarin zeer dikwyls 't goede spel slechts in 't vermyden van grove vergissingen bestaat. Maar, beste kerel, mag m'n vrouw met u spelen? Ik zal er me dan volstrekt niet mee bemoeien. Ze is op 't oogenblik (om uw geld te wisselen) naar Wiesbaden en weet niet eens dat ik U dit voorstel doe, maar zeker zal 't haar genoegen doen als ze thuis komt, te vernemen dat ze een korr. party heeft. Om maar terstond te beginnen stel ik dat gy witte stukken en den zet hebt. Uw eerste houd ik voor: Koningspion twee schreden.
1) E2 - E4
Haar antwoord is
1) E7 - E5
Ze wacht dus uw tweeden zet pr briefkaart.
De ondervinding heeft me geleerd dat men wel doet
1) de zetten te nummeren
2) de van den tegenspeler ontvangen zet te herhalen om akkoord te gaan. -
Spaar S.V.P. m'n vrouw niet. Ze speelt goed genoeg om 'n ernstige bestryding te verdienen, en in 't schaken komt geen beleefdheid of vriendelykheid te pas. Ge volgt zeker de thans algemeen in de schaakwereld aangenomen regels, niet waar?
Ik vind het best, geen tyd te bepalen voor het bedenken van den zet. Soms is één uur of zelfs 5 minuten voldoende, soms wil men zich eens op z'n zet beslapen, doch binnen 'n paar dagen kan men wel altyd beslissen. Dwang tot te grooten spoed maakt zenuwachtig, en àl te langzaam (6 of 8 dagen byv.) verlamt inspiratie en den lust.
Wees met de Uwen die ik alzoo dit jaar hoop te zien, hartelyk gegroet van uwen liefhebbenden vriend
DouwesDekker