3 mei 1879
Brief van Multatuli aan mej. M.C. Meyer. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (⅗) beschreven. (M.M.)
Zeergeachte Mejuffrouw. [1.] Mej. M.C. Meyer werd op 11 augustus 1881 de tweede echtgenote van J. van der Hoeven (1851-1882), de Rotterdamse kunsthandelaar, uitgever en boekverkoper, vriend van Multatuli en werkgever van Edu.
Vriendelyk dank voor Uw hulp. Laat my nu 't genoegen U een Exempl. van de 6· uitgaaf te doen geworden zoodra die verschynt. Het duurt echter 'n heel tydje. Ge weet niet hoe lastig en tydrovend dat korrigeeren is, vooral wanneer men ver van de pers woont. Voorloopig ben ik zoo vry, U hierby 'n Havelaar aantebieden. ‘Vermaak er U mee’ zegt Van Alphen. Och neen, dàt 's het woord niet! Het is 'n treurig boek. Als ik 't aanzie, denk ik altyd aan de mier van blz. 247, 't beestje dat droefenis voelt omdat al z'n getob ydel was. Op dat diertje gelyk ik vry nauwkeurig. De geschiedenis die in den Havelaar verteld wordt, heeft zooveel tranen gekost! En nog!
Wees vriendelyk gegroet, beste meid, en geloof my
hoogachtend
tt
DouwesDekker
Hôtel Weimer,
3 Mei '79.