7 april 1878
Brief van Multatuli aan A. Merens. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (N.L.M.D. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Rotterdam 7 April 1878
Waarde Merens & Chris!
Eindelyk bericht van den reiziger. Heden van Schoonhoven terug komende, vond ik de regeling van m'n laatste tournée op m'n tafel liggen. Ge moet weten dat ik me met niets bemoei, en dat alle onderhandelingen buiten my om gaan. Nu dan, ik zal ‘spreken:’
Dàn ben ik gereed, en kan eenigszins over myzelf beschikken. Welnu, dan wil ik U te Hoorn komen bezoeken. Mimi zou 't me nooit vergeven als ik dat verzuimd had, en ook ikzelf schep er groot genoegen in, U te komen zien, U beiden en Dirk en Tis, [1.] Kinderen van Allard Merens en Christien, een der zusters van Mimi. waarvan Mieske altyd den mond vol heeft.
Alzoo den 16n kan ik van Deventer uit, Hoornwaarts op reis gaan. Wat is de beste route? Moet ik volstrekt over Amsterdam? Of is er geregelde communicatie tusschen Kampen en Hoorn? Nu dit zal ik daar wel by tyds vernemen. Ook zal ik U tydig doen weten met welke gelegenheid ik kom.
Maar, beste kerels, ik heb U 'n vriendelyk verzoek te doen. Laat me asjeblieft slapen [2.] slapen: oorspr. stond er logeren. in 'n logement. Dan kom ik by U tegen den tyd van 't koffidrinken, en heel gaarne wil ik by U eten, en ook den avend blyven. Kyk, alleen slapen (en de eerste ochtenduren!) in 'n logement. Daarop ben ik zeer gesteld, omdat ik altyd 'n uur of drie slaap na 't opstaan, en dan spreek ik niet graag. Toe, neem dit nu niet kwalyk. Nà 12 uur 's middags [3.] 's middags: later ingevoegd. zal je last genoeg van me hebben.
Mieske die me alle dagen trouw schryft, zal bly wezen dat ik eindelyk naar Hoorn ga. Als ik by jelui ben, zal ik je eens laten zien hoe druk ik 't gehad heb. Ook uit m'n lystje op blz 1. blykt al, wat er te doen valt in deze week. 11, 12, 13... dat is drie dagen achter elkander 'n voordracht!
Uit dat lystje kunt ge tevens zien waar ik t/m 15 April te beschryven ben. 't Adres:
Douwes Dekker,
Multatuli,
met de plaats er by, zal voldoende zyn. De post weet waar ik ben, en by vertrek wordt er nagezonden.
Weest intusschen heel vriendelyk gegroet van
tt
Dek [4.] Dek: oorspr. stond er Douwes Dekker, doorgestreept.