27 februari 1878
Brief van Multatuli aan A. Merens. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 3 en 2 (½ onderaan) beschreven. (N.L.M.D. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Rotterdam 27 febr 78
Waarde Merens!
Dank voor Uwen brief van den 20, die ik nu eerst beantwoord omdat ik 't zoo druk heb dat hooren en zien me vergaat. Ik heb byna doorgaande voordrachten te houden om den anderen dag, en soms twee, drie dagen achter elkander. En dan de reisjes tusschen die spreekbeurten in. Dit is zeer afmattend. Beschouw me daarom maar als dood zoolang ik die publieke voordrachten niet heb afgedaan. Zoodra ze afgeloopen zyn kom ik by U. Dan is 't ook aangenamer, omdat ik dan minder vermoeid & zenuwachtig ben.
Ikzelf stel er hoogen prys op U te komen zien en Mimi, die door U zoo allerliefst behandeld is, zou 't me niet vergeven als ik uw jongens niet gezien had en haar ‘lieve Chris.’ Straks moet ik naar Dordrecht, den 1n naar Middelburg, den 2 naar Goes. Daarna naar Zierikzee. Vervolgens naar Delft (voor den 2n keer &c &c &c. Ook naar Groningen & Friesland.
Voorloopig hartelyk gegroet van
Dek
Myn vast adres gedurende myn verblyf in Holland is:
Douwes Dekker
Multatuli
Rotterdam
Als ik niet hier ben, worden my de br. nagezonden. - Van Mies kryg ik alle dagen heerlyke brieven. Zy voelt zich zeer gelukkig, en ik ook, in weerwil van allerlei verdriet.