Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
21 februari 1878
van
Adelheid Karolina Gugel-Bermann (bio)
aan
Mimi Douwes Dekker (bio)
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
21 februari 1878
Brief van mevr. A.K. von Gugel-Bermann aan Mimi poste restante onder kenmerk P.P.P. 44 met het konceptantwoord. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 (⅔), 2 (⅔) 3 (¾) en 4 beschreven. Met envelop waarop in duitse schrijfletters Germersheim Frau Douwes Dekker Wiesbaden Dotzheimerstrasse 48, fr[ei] en poststempel Wiesbaden 21/2 78. (M.M. Dossier Bernhold, bijlage 5 en 5a)
Wiesbaden 21.2.78
Hochgeehrte Frau!
Da die gestrige Unterredung eine etwas flüchtige war, und ich vorerst noch hier zu verweilen beabsichtige, erlaube ich mir, Sie hiervon in Kenntniss zu setzen, mit dem Beifügen, dass ich jederzeit mit Vergnügen bereit sein werde, mündlich, oder schriflich, in jener Angelegenheit, jedwede Auskunft zu ertheilen, und bitte P.P.P. 44 postlagernd
adressieren zu wollen.
Vertaling:
Wiesbaden 21.2.78
Hooggeëerde mevrouw,
Omdat ons onderhoud van gisteren een beetje oppervlakkig was, en ik van plan ben voorlopig nog hier te blijven, veroorloof ik mij u daarvan op de hoogte te brengen, en ik voeg daaraan toe dat ik steeds gaarne bereid zal zijn, mondeling of schriftelijk in deze kwestie alle inlichtingen te geven en ik verzoek u
P.P.P. 44 Poste restante
te willen adresseren.
Conzept von Antwort
DD
Wiesbaden 21 febr 78
Das heute erhaltene Schreiben bringt die Sache nicht weiter, weil es nun für mich Hauptsache ist zu wissen ob das Kind mir gefällt, und weil wenn dies nicht der Fall wäre das nennen von Namen Ihrerseits ganz unterbleiben könnte, so schlage ich vor mir baldigst in der Gelegenheit zu setzen den kleinen Kerl zu sehen. Das weitere kann dann später erfolgen. Gefällt mir das Kind so musste ich noch die gewisheit erlangen dass die Mutter oder wer sonst Rechte über das kleine Geschöpf hat, es uns abtreten will ganz und gar. Die weitere Familieangelegenheite gehen mir wenig an. Wenn die Mutter vermögend, und Sie will dem kleinen irgend eine Summe mitgeben, so fühle ich keine Freiheit das auszuschlagen, eine Bedingung mache ich jedoch nicht davon. Mich ist es darum zu thun ein Kind zu haben das ich pflegen und erziehen kann zu meinem Vergnügen und, wie ich hoffe zu seinem Glück.
Man kann mir schreiben oder zu mir kommen was man am liebsten thut. In ersteren Falle bitte ich jedoch um Nachricht damit der weite Weg nicht umsonst gemacht wird.
Bitte sehr die Sache nicht zu sehr in der Länge zu ziehen.
(gez.) Douwes Dekker
(geb.) H. Schepel
Vertaling:
Koncept van antwoord
DD
Wiesbaden 21 febr. 78
De brief van vandaag brengt de zaak niet verder, omdat nu voor mij de hoofdzaak is te weten of het kind me bevalt en omdat indien dit niet het geval zou zijn het noemen van uw naam geheel achterwege kan blijven, stel ik voor mij zo gauw mogelijk in de gelegenheid te stellen de kleine jongen te zien. Wat er verder moet gebeuren kan dan later plaatsvinden. Bevalt mij het kind, dan moet ik nog de zekerheid krijgen dat de moeder of wie er verder ook recht op het kleintje kan doen gelden het ons geheel en al wil afstaan.
De verdere familieaangelegenheden gaan mij nauwelijks aan. Als de moeder geld bezit en zij de kleine een geldbedrag wil meegeven, dan meen ik dat niet te mogen afslaan, maar ik maak er bepaald geen voorwaarde van. Mij is het er om te doen een kind te hebben dat ik kan verzorgen en opvoeden tot mijn voldoening en hopelijk tot zijn geluk.
Men kan mij schrijven of naar me toekomen, wat het beste uitkomt. In het eerste geval [bedoeld wordt: het laatste] verzoek ik echter om een bericht, zodat de lange tocht niet voor niets wordt ondernomen.
Ik verzoek met klem de zaak niet te zeer te rekken.
(get.) Douwes Dekker (geb.)
H. Schepel