3 februari 1878
Brief van Multatuli aan P.A. Tiele. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (¾) beschreven. (M.M.)
Met gedrukt kopje Chr. Brugma. Hôtel Weimer, Rotterdam.
3 februari 78 beste Tiele, wat doet het me leed dat Uw gezondheid weer te wenschen overlaat! Dat bericht bevalt me niemendal. Overigens bedank ik U wel voor Uw vriendelyken brief, en tevens voor de depêche die my heden ochtend gewerd. Ik heb die terstond aan de H.H. Le Gras V.Z. & Haspels gezonden, daar zyl. de goedheid hebben al die zaken voor my te regelen. Over 't geheel stuiten zulke voordrachten my zeer tegen de borst, en als ik dan nog boven en behalve de zoogenn hoofdzaak (‘zoogenaamd’ want de heele historie heeft niets om 't lyf, en als 't niet uit nood was, deed ik 't niet!) nu, als ik me dan ook nog met de byzaken moet bemoeien, dan word ik zoo wee dat er van de heele zaak niets komen zou. Maar, nog eens: het moet!
Nu zyn de H.H. Le Gras, van Zuylen & Haspels zoo allerliefst hulpvaardig voor my, dat ik alles aan hen overlaat. Ik las gister als 'n nieuwtje in de Rotterdammer Ct, dat Multatuli den 11n spreken zou. Ik wist nog maar van Delft (den 6n). Ziedaar waarom ik zoo vry ben geweest, Uw telegram op [1.] op: oorspr. stond er aan. den Heer J. Haspels te endosseeren.
Wanneer ik te Leiden kom weet ik nog niet, maar ik zeide al tot uw broêr [2.] uw broer: nl. C.P. Tiele met wie Multatuli had gedineerd; zie de brief aan Mimi van 2 februari. dat ik U zou gaan opzoeken, al hield ik geen lezing te Leiden. Dit spreekt vanzelf. Maar zeker zal ik er wèl lezen. Hoe lang ik dan daar blyf, en of ik zal kunnen gebruik maken van uw vriendelyke uitnoodiging om by U te komen eten, weet ik waarlyk niet. Ik hoop ja. (d.w.z. by U eten, al ware 't dan maar één keer). Maar ik zit in 'n wirrwarr van bereddering, niet zonder schade voor m'n arme zenuwen, en bovendien daar ik nu hier te Rotterdam m'n hoofdkwartier houden zal, moet ik (om de kosten!) my op andere plaatsen niet te lang ophouden.
Hoe dit alles zy, weldra hoop ik U te zien, en tevens dat ge wèl zult wezen.
Intusschen heel hartelyk gegroet van
Uw vriend
Douwes Dekker