8 november 1877
Brief van Multatuli aan Vitus en Hilda Bruinsma. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Wbaden 8 Novr 1877
beste Vitus & Hilda! Na m'n brief van eergisteravend laat, en waarin ik beloofde ‘morgen’ uitvoeriger te schryven, kon ik er niet toe komen om dat te doen. Behalve de gewone tegenzin om klaagliederen aanteheffen, heb ik tegenwoordig 'n byzondere reden die my belemmert in 't meedeelen der oorzaken die my verdrietig maken. Ik heb zorg over en door de kinderen. De uitlegging daarvan is drukkend. Eduard kwam voor eenige weken in vry onaangename omstandigheden hier. Nonni is tegenwoordig te Munchen waar ze haar schilderstudien wil voortzetten. Of dat doel zal treffen, weet ik niet, maar zeker is 't dat een en ander my veel zorg baart. Zoo ver ik uit haar brieven en rapporten van anderen kan oordeelen is zy uitstekend van gedrag en yver. Ook heeft ze talent, naar ik hoor, maar de vraag is of dit voldoende wezen zal om haar in dat vak de hoogte te doen bereiken die genoeg uitsteekt boven middelmatigheid om haar toekomst te verzekeren. Intusschen begrypt ge hoe dat à part leven en wonen my bezwaart. Wat Eduard aangaat, hy is in veel zaken wat men knap noemt, maar juist niet in de dingen die voorshands noodig zyn. Uit lichtzinnigheid heeft hy z'n betrekking te Venetie verlaten, en ik zie er niets anders op dan dat hy zich [1.] hy zich: oorspr. stond er ik hem. gereed maakt om 'n universiteit te bezoeken, om zich als Doctor in de medicynen 'n toekomst te verzekeren, een vak waarvoor hy veel aanleg heeft. (Ik gis dat-i op z'n gemak zich in Amerika voor professer zou kunnen uitgeven.) Maar by al z'n zwerven is ordelyke, fondamenteele studie in den steek gebleven, en dat moet nu ingehaald worden.
Ten gevolge van z'n komst, en in de hoop dat Nonni eindelyk ook zal komen, heb ik my genoodzaakt gezien 'n betere woning te huren. Dat verhuizen, de nieuwe inrichting (en nog een en ander van meer belang!) hebben me begraven onder 'n berg van bezwaren-
Ziedaar nu (maar ik sla veel over!) de oorzaken waarom ik niet schryven kan! Ik zal moeten besluiten naar Holland te gaan om zoogenaamde lezingen te houden. Ik ril als ik er aan denk! Ik kan niet uitdrukken wat dat voor my inheeft! Maar wat moet, moet. Behalve m'n tegenzin in die manier van duiten ophalen, is 't ook de vraag of m'n gestel en m'n keel 't zullen toelaten. By de minste aanleiding ben ik den adem kwyt, en als ik wat hard schreeuwen moet, is m'n keel rauw. De meeste lokalen waar men publieke voordrachten houdt, zyn slecht ingericht. Maar zeer zelden is er 'n kamertje by waaruit de spreker makkelyk de spreekplaats bereiken, en waar hy zich voorbereiden kan. Dit laatste is me nog 't ergste van alles. Maar nog eens: wat moet, moet!-
Ons nieuw adres is Dotzheimerstrasse 48. De woning is allerliefst. We hebben twee ruime, en drie kleinere kamers. Daarby voor en achter fraai uitzicht, en overal frissche lucht. Als ge weer hier komt, hoeft ge 'savends niet naar 't hotel te loopen!-
Ik heb geen lust in veel schryven omdat ik zooveel verdriet heb. Daarom zoo kort. Gaat het U goed met u beidjes? Mies is boodschappen doen en groet u dus niet, maar we spraken altyd zoo hartelyk over U. Dag, beste kerels. Uw vriend
Dek