Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

5 maart 1876

van

Multatuli

aan

Samuel Katz Jz.

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)

terug naar lijst

5 maart 1876

Brief van Multatuli aan mr. Samuel Katz. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 5 Maart 1876

Waarde heer Katz, dat ik eerst nu U dank zeg voor Uwe zoo vereerende depêche [1.] Vrijwel zeker een gelukstelegram t.g.v. Multatuli's 56ste verjaardag. (àl te vereerend, waarlyk!) vloeit uit stemming voort. Die stemming is sedert zeer lang reeds, verdrietig. Des te meer echter trof my Uw hartelyke attentie. M'n eerste indruk was, Uw telegram met iets meer dan 'n eenvoudige dankbetuiging te beantwoorden, en daarom stelde ik van uur tot uur uit. Maar ik bemerk dat de daartoe noodige geestgesteltnis (Bilderd.) niet komt, en daarom dit korte woordje: hartelyk dank! Van stemming gesproken. Ik kan U zeggen dat er by wyze van spreken geen post aankomt die me niet iets onaangenaams brengt. Ik schrik er voor, brieven te openen, couranten of tydschriften intezien. In meer of mindere maat was dit reeds lang 't geval, en dit ondermynt m'n gestel. Ziek ben ik niet, maar erger dan ziek: zeer neerslachtig! Het vruchteloos gewurm verveelt me, en gedurig ruischt me, by 't opnemen van de pen om 'n gedachte te ontwikkelen en meetedeelen, de verdrietige klank in de ooren: à quoi bon? [2.] à quoi bon: waar dient het toe (fr.) Over 't geheel genomen blykt er dat ik de gaaf niet heb, me verstaanbaar uittedrukken. Anders toch zou niet verreweg 't grootste gedeelte van ‘Publiek’ my aanspreken, of zich over my uitlaten, alsof ik op 't gebied van moraal, wysbegeerte, studie, 'n kaailooper was. Die behandeling begint 'n plooi van gewoonheid te nemen, ja, 't lykt wel métier te worden. Al blykt er uit m'n Ideen 249 & 473 dat ik iets van dien aard voorzag, ik had nooit kunnen denken dat het zóó in 't gemeene loopen zou. Ik voel schaamte over de soort van aanvallen waaraan ik bloot sta. 't Ergste is dat dit m'n uiting stremt.

't Schynt onbillyk dat ik dit schryf aan U die me juist dezer dagen een zoo aangenaam blyk van hartelyke sympathie zondt. Maar, eilieve, aan m'n vyanden schryf ik niet, en al deed ik dit, dan nog zou ik me wel wachten voor de betuiging dat hun werpen met vuil me deerde.

Hé, zeg me eens of m'n gelukwensch met uw promotie behoorlyk bezorgd is? [3.] Zie bij 24 september 1875. En in 't lokaal waar ge feest hebt gevierd? Zulke dingen ontleenen voor 9/10 de waarde aan 't àpropos.

Wees nogmaals hartelyk bedankt en gegroet van

t.a.v.

DouwesDekker