22 januari 1876
Brief van A.J. Servaas van Rooyen aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan 1-2 en 3 (½) beschreven. (M.M.)
WelEdgebHeer
E Douwes Dekker
Wiesbaden
WelEdgeb Heer,
Hartelyk dank voor uw belangstellend schrijven. Gaf my 't begin uwer missive al groote teleurstelling, 't slot gaf my vergoeding en de overtuiging dat u reeds sympathie voor de ongeborene en ongedoopte gevoelt. Dit stel ik op hoogen prys en geef u daarvan 't bewys, daar ik den door u gegeven naam voor myn papieren kind heb aanvaard en het Euphonia zal genoemd worden. Wat is daarvan 't gevolg, dat u peter zyt over den kleine en een peter, u weet het heeft eenige verplichting tegenover zyn naamgenoot. Die verhouding is 't nu wel niet precies, maar als men als Redacteur gaarne een goed medewerker ziet te krijgen, dan plooit men zoo'n beetje. Dit neemt u my toch niet kwalyk. Ik doe 't dus hier en vlei me dat in de eerste plaats uw naam op 't blad op de D of als Multatuli een eindje verder mag voorkomen. Liever zag ik hem vooraan. Maar volgens 't alphabet zyt ge No 4, terwyl ge als auteur No 1 zijt. Enfin dit hindert niet de goede lezers, die geen gift zoeken, weten Multatuli te plaatsen waar 't behoort en gaan naam bekladden schouderophalend voorby. Doch ik dwaal af en ik word gerekt en dit zou u in uwe vele bezigheden slecht te pas komen. Ik houd my dus als of ik de circulaire nog pas aan u zond en verzoek u het peetschap op u te nemen en de kleine Euphonia te verzorgen of ten minste eenige zorg over haar op u te nemen. Veel verg ik niet. Er zyn wel eens snippertjes op een schryftafel en och als ik die mocht hebben, ten minste als ze door uwe denkbeelden bezield zyn geworden, dan was ik al zeer tevreden.
Ik heb reeds eenige toestemmende antwoorden en wel van de HH Hasebroek, Gram, Keller, J Ising, Lina Schneider, Melati van Java, De Beer, enz enz. - Zoodra het 1e nr verschenen is zal ik u dit direkt zenden en eveneens de vervolgen. In beleefde afwachting
Uw
Servaas van Rooyen