20 januari 1876
Brief van Multatuli aan J. Waltman Jr. Enkel velletje postpapier, dubbel gevouwen, waarvan blz. 1-3 en 4 (3/4) beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 20 Januari 76
Waarde Heer Waltman
Ik sukkel erg met m'n werk, vooral wat dat aansluiten beteft. Maar de hoofdoorzaak is verdriet. Ik heb ongeloofelyke moeite om me by m'n arbeid te bepalen, want telkens verdringen zich de gedachten. Er gaat dan ook by wyze van spreken geen post om die niet de een of andere kwaadaardigheid brengt uit m'n ‘vaderland.’ Enfin!-
Als ik 't wel heb, is de bygaande kopie, hoezeer weinig, voldoende om vel 10 vol te zetten. Als ik dat dan in proef kryg, kan ik beter overzien hoe de aansluiting is. Ik erken dat ik in den war ben met m'n denkbeelden, en vooral omtrent de aaneenschakeling en volgorde. Gedeeltelyk is daarvan oorzaak dat ik in die Noten telkens iets heb aangeroerd, en nu gedurig in den war ben wàt in den tekst komen moet, en wat reeds in de noten staat.
Wees zoo goed by 't zenden van proef vel 10 de (zeker weinig) overschietende kopie mee terug te zenden, en laat die voorloopig niet zetten als begin van vel elf. (Schoon er weinig aan verbeurd zou zyn, omdat het toch maar weinig is.)
En... waar blyft revisie van vel 9?-
Alles loopt me tegen, zoowel in zaken van gemoed als van anderen aard. Verbeelje die bollen zyn niet opgekomen! Ik had er nogal expres bloemaarde voor gezocht (of liever m'n vrouw) en die met gewone aard vermengd. Ze staan nu al sedert maanden in de potten, en er komt geen spruitje te voorschyn! Precies 'n beeld van m'n gewurm in 't groot. Ik ben zeer verdrietig.
Van ‘Vorstenschool’ is tot nog toe niets in de Gegenwart verschenen [1.] Vgl. brief van Multatuli aan Waltman van 25 dec 1875.. Of 't nog komen zou?
Wees hartelyk gegroet van
t.a.v.
Douwes Dekker