*30 maart 1875
Brief van Mina Krüseman aan de heren Le Gras c.s. (Leven III, blz. 61-62.)
Brussel 30 Maart 1875.
Geachte Directeuren!
Ik heb door visites als anderszins nog geen tijd gehad uw diplomatisch schrijven te beantwoorden; nu héb ik tijd en nu ga ik mij eens amuseeren met 't uitleggen van couranten-correspondenten-droomen! - Of neen, dit is eigenlijk niet noodig, à bon entendeur demi mot suffit.
Doet mij s.v.p. het genoegen ons kontrakt eens na te lezen vóór dat gij tot officieelheden overgaat ten opzichte van mijn rol en van die van Jufv. Baart.
Gij kunt geen van driëen belang hebben bij het verbreken van de condities (een grapje dat u op fl. 3000 te staan kan komen) en Mevr. ten Hagen kán geen onwederstaanbare liefde voor de rol van Louise opgevat hebben, die zij jaren lang gerust heeft laten slapen. Wat den Heer Douwes-Dekker aangaat (die een belang à part heeft, lijnrecht in strijd met dat van alle kontraktanten) die man van genie is een slecht advokaat, als de questie heel eenvoudig is. Den 15den Mei is ons kontrakt om, dan kunnen Mev. ten Hagen, Mev. Douwes-Dekker, of wie ook, onze rollen op zich nemen en vervullen tot haren dood toe... jusque là is de rol van Louise mijn eigendom en die van Hanna dat van Elize Baart. Multatuli beweert het volgende:
‘Het contract deugt niet! Niets belet die heeren het stuk zonder u te spelen. Zij verbinden zich slechts voor ééne voorstelling. Al 't volgende hangt af van hun oordeel over geradenheid. Zoodra ze dus geraden vinden 't niet te spelen of het te spelen met 'n andere Louise kunt ge er niets aan doen. Waarom zullen ze zich f200 extra-uitgaven getroosten, als ze berekenen bij gewone prijzen 'n redelijk bezet zaaltje te hebben? Je begrijpt dat die Mev. de Vries(?) hun dit wel in 't oor zal blazen. Volgens contract kunnen zij, na eens met je geprobeerd te hebben, doen wat ze willen en jij kunt toezien! Je hebt zoowel je eigen belang, als 't mijne uit het oog verloren...’
Dit schreef de Heer D.D. mij den 17den Januari, en nu schrijven couranten-correspondenten dat zelfde thema op een andere wijs! O toeval!
Ik herhaal dat de Heer D.D. een slecht advokaat is in een eenvoudige eerlijke zaak en ik gevoel mij krachtig genoeg om ook dien vijand toe te roepen:
‘Wij wachten u in 't strijdperk waar wij pal zullen staan, of man tegen man zullen worstelen tot de zegepraal aan ons zal zijn!’ Na de Vos, na de Veer, na Kolff en na Rijsewijk, vreest Mina Krüseman ook Multatuli niet. Ik heb hem tot dusverre gespaard (ofschoon ik zeer goed weet hoe hij op alle manieren tegen mij intrigeert) maar moet het zijn, welnu dan zal ik de eerste wezen om hem de doornenkroon weer toe-te-werpen die ik zelv' hem van 't hoofd genomen heb.
Hebben de heeren correspondenten gelogen, verscheurt dit épistel dan maar en vergeet het, hebben zij echter waarheid gesproken, weest dan zoo goed den Heer D.D. er mede in kennis te stellen en hem uit mijn naam te raden voorzichtig te wezen met een vijandin die niets vergeet en niets vergeeft.
Gelooft mij met de meeste hoogachting
Mina Krüseman.