Midden februari 1875
Brief van A. van der Linde aan Multatuli. Enkel velletje, aan beide zijden beschreven. (Schaakbibliotheek K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Aan de eigenlijke brief gaat het gedicht Caïssa vooraf. Zie blz. 357
Amice, Is dit goed? Gij steekt nu toch geheel in jamben en zijt dus gevoelig voor rythmus. 't is voor de Schaakwerld bestemd. Moet die repeteermarteling noch lang duren? Als ik naga, hoe dikwijls knappe recensenten mij een zwaard door de ziel drijven uit onverstand, dan stel ik mij ook eenig dualisme voor tusschen het drama in de ziel des dichters en het drama op de planken. En dan voor ons laag publiek!
Nu, Gij moet hier maar wat komen uitrusten, 't is hier kalm.
tt
L.
Ontv. 15. g7-g6
Andw. 16. Pf3-g5 (o heilige Lukas).
16. Rf4, Df4! 17. gf4, Pe3† KxD ware wel aardig voor - St Lukas!