*4 februari 1875
Brief van Mina Krüseman aan C. Vosmaer. (Leven III, blz. 24-25.)
Rotterdam, 4 Februari.
Och ja, Mijnheer Vosmaer, ga dien leelijken Mul maar halen! En red Miesje van een nare entrée in 't Vaderland. De heeren van 't théatre met eenige anderen (40 zoo wat) willen hem afhalen van den trein, enz. enz. enz. Zorg toch dat Miesje wat vroeger of wat later hier komt, om bij zoo'n glorieuse entrée geen mal figuur te maken. Ziet gij wel dat trouwen noodig zou zijn om moeielijkheden voor te komen? Wacht maar, dit is nog slechts een begin, later volgt er meer. Intusschen zijn wij maar blij dat i wil komen, anders waren de difficulteiten tegenover hem, of dóor hem, of mét hem niet te overzien geweest, als er eens iets in zijn stuk geweest was, dat hij zoo niet gemeend had, of dat hij anders bedoeld of verwacht had!
Mina Krüseman.
Zeg Mul s.v.p. niets van dit afhalen, want ik weet het slechts en heb geen recht van overbrieven.
Zoo op het oogenblik uw 2e briefje ontvangen! Le Gras enz. zullen voor twee kamers zorgen, inquieteer u hierover dus niet. Mijn adres is hôtel Weimer, waar ik den tijd der repetities blijf. Ja, blijft gij bij hem, en laat hem zoo mogelijk zonder Miesje komen. O gij weet niet wat er broeit!
Mina.