*17 januari 1875
Brief van Multatuli aan Mina Krüseman. (Leven III, blz. 13-16.)
plein pouvoir: zie Multatuli's brief d.d. 30 augustus 1874; V.W. XVI, blz. 688.
On fait ce qu'on peut etc.: men doet wat men kan, niet wat men wil (fr.)
Wiesbaden, 17 Januari '75.
Waarde Mina, ik zit nog altyd onder den indruk van je brief van den 3den dezer.
Vóór dien datum had ik, ongerust over je welstand en stemming, je herhaaldelyk verzocht om eenig bericht. Langen tyd antwoordde je in 't geheel niet, en eindelyk in genoemd schryven, op 'n toon die me onverklaarbaar is. Ik was zoo ‘pedant’. Waarom? Omdat ik je by herhaling vroeg hoe 't je ging? Ik was 'n ‘teut.’ Waarom? Omdat ik, na al wat ik over je las reden meende te hebben, ongerust te zyn over je stemming? Ik meen geschreven te hebben: ‘Als je bedroefd bent kom by ons.’ Is dát 'n reden me zoo'n brief te schryven?
En meer nog. Je schryft:
‘Je suis lasse de... neen, eigenlijk moest ik zwygen. Ik vlieg toch myn vleugelen maar lam in een ruimte zonder einde! Vechten voor vrienden als gij zijt, c'est la mer à boire. Men kan er zich in verdrinken, maar meer ook niet! En dat is povertjes!!!!’
Vergun me van die klacht geen jota te begrijpen, noch op zichzelf beschouwd, noch als lang uitgesteld antwoord op de hartelyke, belangstellende vraag hoe je gestemd was? En er bestond reden tot die vraag!
Dáárna heb ik gezwegen! En ik zou hiermee zyn voortgegaan, wanneer ik niet op je verzoek verplicht was het Contract terug te zenden, dat je my nu by je brief van gister aanbiedt.
't Gaat alzoo hiernevens.
Je briefje begint met 'n triumfkreet. Welnu, myn indruk is geheel anders. Ik houd het gesloten contract voor zeer nadeelig en had (voor zoo ver ik in de opvoering van Vorstenschool belang stel, want 'n hoofdzaak is 't me niet!) geen onaangenamer tyding kunnen ontvangen, dan dat elke voorstelling met f200 extra-onkosten belast was! Dat is gewis in ons ellendig land de manier niet om 'n stuk op 't répertoire te houden! 't Zou me dan ook zeer leed doen als je nu ook weer deze zaak noteerde als ‘vechten voor vrienden.’ Ik verzeker je dat vyanden moeite hebben zouden 'n middel uit te denken, dat me meer contrarieerde.
Doch ook ten uwen opzichte is 't contract nadeelig. Ik had u liever 500 of 1000 maal f25 toegewenscht, dan 6 of 8 maal f125. Ook ware 't beter geweest, 'n behoorlyke som in eens te bedingen, en dan 'n (betrekkelyk) gering honorarium per avond. 't Spreekt van zelf, dat het aantal opvoeringen zeer gering zal zyn, en de kans op popularisatie van m'n stuk is wég!
Ik heb je plein pouvoir gegeven, en moet woord houden. Reken er vast op, dat ik geen woord zal zeggen of schryven, dat van die belofte afwykt. Maar ik protesteer ernstig tegen de (naar 't schynt) by u bestaande meening, dat ge my 'n dienst hadt gedaan. My ware 't aangenamer (en vooral nuttiger!) indien Vorstenschool op zeer gewone conditien, of in 't geheel niet gespeeld ware! Wat het bywonen der repetitien aangaat, ik vrees dat me de daartoe noodige middelen ontbreken zullen, of liever dit weet ik zeker. Als de Heeren Le G.V.Z. & H. mij uitnoodigen, zal ik natuurlijk beleefd antwoorden, en me schikken in 't verdriet, 'n hollandsch auteur te zyn, die te arm is om de opvoering van z'n eigen werk by te wonen.
Een verzoek! Wilt ge s.v.p. u de latere uitgaaf van Vorstenschool aanschaffen? Dat is: de nieuwe editie van Bundel IV myner ideën. Daarin namelijk komen eenige varianten voor, waarop ik gesteld ben, en tevens 'n paar opmerkingen, die niet gemist kunnen worden. Laat Juffr. Baart wél letten op 't erratum in haar rol. Op blz. 92 namelyk (van die editie) is 'n heele regel uitgevallen.
En recommandeer s.v.p. aan de acteurs die de lakeien en Schukenscheuer en de Koningin Moeder spelen, de opmerkingen die ik over die rollen in de nieuwe uitgaaf meedeel.
Ik erken dat ik om velerlei redenen 't land heb, al roer ik die niet allen in dit schryven aan. Maar dit toch. Wat heeft in 's hemelsnaam myn trouwen met Vorstenschool te maken? Ik vat het verband niet. Wat overigens dat trouwen zelf aangaat, 't is er mee als met het bijwonen van de repetities! Met pleizier, als ik maar kon. On fait ce qu'on peut et non ce qu'on veut. Meent ge dat ik, in m'n zeer moeielyke positie, m'n handelingen maar zoo voor 't bepalen heb?
Nog-eens, ik heb 't land. Dit belet niet dat ik je hartelyk groet, en je goede réussite wensch, al moet ik beweren dat daarop, volgens de door u gevolgde methode van handelen, weinig kans is:
Adieu.
t.t.
D.D.
Ik zou nog meer leed voelen over 't schryven van dezen brief dan reeds 't geval is, indien ik niet giste dat ge u myn opinie al zeer weinig aantrekt. Blyf me echter vergunnen m'n eigen zaken te beoordeelen. Ik zeg dat er al weinig zoo efficace manieren waren uittedenken om Vorstenschool te smoren, dan de door u gekozene. En dan nog te moeten hooren (gelyk de algemeene opinie is!) dat ik je opstook! Uw ‘Voorwoord’ bij den 2den druk van ‘Kunst en Kritiek’ is me in één woord: onbegrypelyk! Noem je 't ‘vechten voor mij’ als je ongerymdheden zegt, die op myn rekening gesteld worden?
Meid, het contract deugt niet! Niets belet die heeren het stuk zonder u te spelen. Zy verbinden zich slechts voor ééne voorstelling. Al 't volgende hangt af van hun oordeel over ‘geradenheid’. Zoodra ze dus ‘geraden’ vinden 't niet te spelen, of het te spelen met 'n andere Louise, kunt ge er niets aan doen. Waarom zullen ze zich f200 extra-uitgaven getroosten, als ze berekenen by gewone pryzen 'n redelyk bezet zaaltje te hebben? Je begrypt dat die Mev. De Vries (?) hun dit wel in 't oor zal blazen. Volgens contract kunnen zij, na eens met je geprobeerd te hebben, doen wat ze willen, en jy kunt toezien! Je hebt zoowel je eigen belang als 't myne uit het oog verloren!
Dit nog. Ik zal niemand iets van je contract meedeelen. Wordt het dus publiek vóór den tyd, zoek dan de bron niet by my. Ik ben zeer stipt en conscientieus in zulke zaken, maar zie in dat het plan spoedig openbaar zal wezen. Dit is immers natuurlyk?
Als je wegens ziekte niet spelen kunt, moet je dan f3000 betalen? Wat 'n contract!