2 januari 1875
Brief van C. Vosmaer aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier beschreven tot en met midden blz. 3. (M.M.)
uw stukje: waarschijnlijk wordt gedoeld op het artikel De vrouw en de natuurstudie in De Nederlandsche Spectator van 23 januari 1875, ondertekend Vitus.
2 Jan. 75
Waarde heer,
Een goed begin van 't jaar - heerlijk! - hartelijk dank! ik spring op van vreugde en werp mijn werk weg en ga gauw aan 't schrijven - ook aan Versluys. Zend mij nu zo gauw ge kunt het geld, want er is juist gebrek en 't zal dubbel welkom zijn. Juist de wijs waarop het wordt aangeboden is zoo goed. Ik zal alles trouw beheeren en verantwoorden. Hier heb ik
Mevrouw J. Clant (bekend onder de naam Holda als schrijfster). Mejuffrouw E.A. Haighton (Hroswitha) te Amsterdam
Ik - C.V.-
Juffr. H. van Maanen, alhier
Juffr. Mina Kruseman
ik hoop noch meerderen
Drukten hebben mij noch belet bij mej. Schaepman te gaan - ik doe dit maandag e.k. - Kent gij Schook te? - die in de Sneeker Courant schrijft? Die is ook een goed vriend - wellicht kunt u hem in den bond opnemen. Ja 't is een bond, zooals gij zegt. Moge hij zich uitbreiden. adieu, vele groeten
tt
C.V.
N.B.
o ja, uw stukje komt eerstdaags in den Spect.
Mag ik er echter de betrekking als ingenieur van de vrouwen uitbannen en verruilen voor telegrafist?
in 't buitenland is meenige telegrafist eene vrouw.-