Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

24 november 1874

van

Multatuli

aan

Carel Vosmaer (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)

terug naar lijst

24 november 1874

Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Twee enkele velletjes postpapier, dubbel gevouwen, plus twee halve enkele velletjes, geheel beschreven. (M.M.)

Op bladzijde 1 en 2 is onderaan een strookje weggeknipt, met enig tekstverlies. De tekst van de twee laatste halve velletjes sluit niet aaneen; ook het slot ontbreekt.

Salvador: zie over hem V.W. X, blz. 745.

Meerenberg: krankzinnigengesticht bij Haarlem.

à se pâmer d'aise: op z'n dooie gemak (fr.)

concatenatie v.d.: aaneenschakeling van denkbeelden.

hij innig braaf enz.: bedoeld wordt S.E.W. Roorda van Eysinga.

Woensdag 24 Novr 74

Beste Vos 'n klein briefje maar alleen om je te vragen hoe 't je gaat? Want, kerel, we hoorden in zeer lange tyd niets van je. Je laatste brief was vóór de eerste lezing van M. Kr. Je zoudt haar toen te Amsterdam gaan hooren. Ik gis dat je niet schreef om 't onpleizierig tegenvallen niet te melden. Ik begryp dit! Ook ik heb verdriet van haar ‘Kunst & Kritiek.’ Het geeft haar vyanden 'n wapen in de hand. Ik kan noch de inhoud noch de vorm goûteeren. Hoe bitter jammer! De kritikasters willen wel zóó aangevallen worden.

(....)

haar te adresseeren, daar ze my schreef dat je opreis was.

Dit herinnert me aan V.D. Linde. Wat 'n kurieus boek van hem over 't schaken! Ik bewonder z'n éruditie en ben jaloersch op z'n vlyt. (Ze zeggen ‘jaloersch van’ zie ik. Is 't geen gallicisme?)

Ken je V.D. Linde goed? Hy is 'n zonderling mensch, en misschien 'n interessant mensch. Dit laatste is hy zeker, wat z'n kennis en arbeid aangaat. Dit ‘misschien’ doelde op z'n karakter. Ik kan niet slikken dat-i nieuwlichtery verkocht heeft.

Wat bedoeldet ge in uw

(....)

Dank voor den my geworden brief van den hulponderwyzer. Die brief is zoo min niet! Ik ontving hem met andere stukken van Uwentwege in 't pak van Funke, en vroeger hadt ge hem aangekondigd als 'n ‘brief van m'n schoolmeestertje’. Toen meende ik te weten van wien 't stuk kwam. Want zie, ook ik had 'n brief van 'n schoolmeestertje ontvangen die kurieus was. Heel hartelyk, o ja, maar verbeelje hy schreef dat-i in den Zaanlander 'n stuk over my gelezen had dat hem zooveel pleizier deed. (De bekende aankondiging van Uw Zaaier.) Dat hij rust noch duur had voor-i my die courant zenden kon en hem eindelyk machtig was geworden. Dus... hy zond hem. Wél. Maar zie, hy scheen nooit gehoord te hebben dat men 'n gedrukt stuk onder kruisband kan verzenden. Wat doet-i nu? Hy pakt de courant in vry dik grauw papier en bindt dat pak met 'n nogal dik touw aan z'n brief. Is dat niet komiek. De arme jongen had gefrankeerd met driedubbel port. Ik heb hem 'n heel vrindelyken brief geschreven. De toon van zyn brief was zeer kinderlyk en jong. Zelfs 't schrift was onryp, en - wat ook uw schoolmeestertje karakteriseert - exempelachtig.-

Gut is 't waar dat Salvador te Meerenberg is? Voor 'n week of zes ontving ik nog 'n langen (franschen!) brief van hem, dien ik van dag tot dag uitstelde te beantwoorden.

Salvador, met wien ik veel in aanraking ben geweest, is een van de menschen - neen, ik wou zeggen: iemand wiens karakter zoo moeielyk te beschryven is. Maar dit is niet juist. 'n Vreemde persoonlykheid dan. De man worstelde met 'n standvastigheid 'n beter sujet waardig, tegen de moeielykheid d'être qque chose, zooals Prudhomme 't noemde, en z'n krankzinnigheid zal wel vallen in de kathegorie der eerzuchtsrazerny. (Als 't wáár is ten-minste, dat-i opgesloten werd!) Doch - heel pikant! - hy verbeeldde zich altyd dat z'n vrouw gek was! Ziedaar 't drama ‘Zy is krankzinnig’ en action. Voor velen zal z'n buitendienststelling 'n rust zyn, want hy was 'n lastige vriend! Wie hem 'n kwestie hoorde voordragen, 'n stelling bepleiten, 'n oratie reporteren kon zeggen dat-i wat ondergaan had! Ik ben dikwyls genoodzaakt geweest hem te brusqueeren. 't Was om te bezwyken. En nooit behandelde hy iets wezenlyks, altyd byzaken, vormen. 't Wondert me dat-i niet gereusseerd is - nu, lid in den Raad en in de Provinciale Staten was-i! - want hy praatte altyd à se pâmer d'aise over regeeringsvorm-pjes, over subtiliteitjes. Hy was 'n geboren advokaat van de allerslechtste soort. Komiek, hy de volbloed Thorbeckiaan in 1848 en 'n paar jaar daarna - later luwde 't 'n beetje - hy heeft nooit geleerd het woord constitutioneel uittespreken. 't Was & bleef constusjioneel. Ook 't woord meeting was hem de baas. De eerste sylbe in zyn mond had altyd het verdriet te rymen op zee, ree, bee, mee. Hard voor hém die in meetings deed, die ermee ophad, ja, een der eersten was die ze invoerde in ons land! Alles saamgenomen vind ik 't gek dat-i... gek is, en geen minister of zoo wat.-

Verbeelje nu, jy met je misdadig zwygen over Mina Kr. dat zy ook niet schryft. We zitten over haar in zak en asch. Haar laatste woordje was 'n triumf over stampvolle zaal by haar 2e optreding te Amsterdam! En, schreef ze, ‘vier maal teruggeroepen!’ Nu moest ik daaruit opmaken dat ze als actrice 'n volkomen zegepraal behaald had. Ik antwoordde bly, en schreef er by dat het my ongelyk gaf. Want ik was niet tevreden over haar methode van optreden, en had gevreesd dat ze de snaren te sterk spande, te... brutaal was geweest. Ik borduurde hierop dóór, en erkende dat ik ‘alweer’ verkeerd had gezien, wat meer gebeurt. Doch zie, terstond daarop lees ik: ‘laatste voorstelling!’ Nu heeft myn erkentenis van misvatten in de manier van voordoen, wel iets van 'n sarkasme! En 't was precies gemeend zooals ik 't zei. Ik dacht werkelyk dat ik me vergist had.

Maar... nu weet ik inderdaad nog niets van haar talent als tooneelspeelster. Men roemt in sommige kranten haar poses. Goed! Ook dit hoort er by. Maar 't is alles niet, en zelfs 't voornaamste niet! Zeer karakterizeerend voor 't peil onzer Kunstkritiek is dat ik nergens 'n woord heb gevonden over 't állervoornaamste in 'n actrice: over haar dictie! Men spreekt over haar gang, houding, mimiek, gebaren, toilet, kracht van stem, uitspraak, maar niets over 't zeggen van haar rol. Alle andere zaken, hoe belangryk ook, zyn dáárby vergeleken, secondair. By gelegenheid zal ik dit de Kritiek onder den neus wryven. Ze moet al heel slecht gespeeld hebben als ze niet in haar Leistung hooger staat dan de hedendaagsche Kunstbeschouwers.-

Kyk, ik nam expres 'n half blaadje om je geen langen brief te schryven, en nu is-i toch lang! Hoor eens, ik wou graag over alles met je spreken. Ik verbeeld me dat ik je zooveel te zeggen heb! Veel meer byvoorbeeld dan vroeger. Dit brengt me op 't nu volgend chapître.

Verbeeldje dat ik telkens in de pen heb, je te vragen of je niet eens hier komen kan? En zie, onze woning - overigens perfect, ik heb nooit zoo goed gewoond - heeft 'n mal gebrek. De beste kamer deugt niet. Ik sla de omschryving over. We weten niet wat we aan dat ding doen moeten, maar ik zou beschaamd zyn 't je te wyzen. De localiteit laat niets te wenschen over, en geheel vry. Toch... toch... Dat doet God om ons naar den hemel te doen verlangen. - Gut, gister op den weg was er 'n vrouw of wyf die we geen van beiden kenden, en die - we weten niet waarom - zoo kwaad op Mimi was of scheen, dat we waarlyk dachten dat ze haar slaan wou. Wat we gelachen hebben! Dat ik u aankom met dit interessant bericht, is door 'n concatenatie v.d. Een oogenblik te voren hadden we

(....)

in dit opzicht wat van hem in. Dit doe ik zelfs; dus u die zoo zacht en goed zyt, kan 't niet zwaar vallen, vooral wanneer ge steeds bedenkt dat hy innig braaf en goed is. Hy is de loyauteit in persoon, en op 'n woord van hem zou ik in den dood gaan - of hoe heet het?

Verbeelje, zeer bekrompen in middelen, was-i heel bly met 'n betrekking by zekeren spoorbouw. Maar zie, 'n ondergeschikte dien-i berispt had, brutaliseert hem. Hy zet terstond de zaak op haren en snaren en nu is 't: ‘die man weg of ik weg.’ Ik beoordeel volstrekt niet of-i gelyk heeft, en hel zelfs over tot de... gissing dat-i in deze zaak wel wat had kunnen geven en nemen. Maar dit doet-i niet. Ook zelfs als ik, de zaak beter kennende, genoodzaakt wezen zou hem ongelyk te geven, dan nog heb ik eerbied voor de vastheid van z'n karakter, of althans - och, als ik dit ga uitpluizen word ik te breed.-

Ik ben genoodzaakt geweest den heer Bientjes 'n erge sansprendre te geven over z'n aanpryzing van den Javaannutschwindel... - He, iets anders. Je weet dat ik Feringa hevig aanviel over z'n citaterigheid? Nu hy heeft dit heel goed opgenomen, en is niemendal boos. Hierin ligt iets groots dat ik hem (....)