*11 november 1874
Brief van Multatuli aan Mina Krüseman. (Leven II, blz. 278-279.)
onechte kinderen: toespeling op de krant die over Mina Krüsemans eerste man schreef i.p.v. eerste roman.
Wiesbaden 11 Nov. 74.
(....)
Ik kan je niet zeggen hoe we van je vervuld zyn! Maar er is iets bezwarends in 't schryven, omdat ik... ouwemanniger ben dan jy in m'n verwachten en hopen. Kyk, als ik vrees dat je toon tegen 't beroerd Publiek stuiten zal op impassibiliteit en daarover seur, ontneemt het je den moed, of 't kon dit doen. En dit zou jammer wezen. Want al is 't dat ik sommige maatregelen van je niet zou durven goedkeuren, toch zeg ik er by dat je altyd moet blyven doen zooals je gemoed, en zelfs je humeur je ingeeft.
(....)
Maar ik ben zoo bang dat ze je 'n wapen zullen tegen stellen dat nog sterker is dan jou en myn taal, karakter, talent, al wat we hebben! Dat wapen is: stomme, dove, uilige apathie. Dáármee kunnen ze ons uitputten.
Tot nog toe hebben ze je dit niet gedaan, gelukkig! Maar zoodra 't eigenaardig volkskarakter de overhand neemt...
(Ook na Havelaar vergaten ze zich 'n oogenblik, maar 't duurde niet lang)! Dan trekken ze de horens in, en worden als de jongen die by 'n preek van z'n Papa in den tuin, mieren telde, en nadat de ouwe-heer zich erg had uitgesloofd, zei:
Papaatje
Nu zyn er twintig in dat gaatje!
Ik vrees zoo dat de tyd komen zal dat ze je gaan ignoreeren.
Maar, nog-eens, dit is geen reden om iets aan je te veranderen. Als 't je goed gaat, des te beter. Maar als 't je tegenloopt, en als je verdriet hebt, wou ik zoo graag dat je by ons waart.
(....)
nà vrydag morgen gaan we naar 't Kurhuis om 't H. blad te lezen. Ik vrees dat die beroerdelingen zullen trachten je dood te zwygen. Dát is de eigenaardige hollandsche kunst! Verleden jaar, toen je pas optrad als individualiteit, dachten ze er niet aan dat je gesmoord moest worden, maar zoodra ze zien dat je leeft en groeien zoudt, zullen zy ophouden je te bespreken. Hoogstens word je dan achteraf gelasterd. Dan kryg je onechte kinderen!
(....)
D.D.