*11 oktober 1874
Brief van C. Vosmaer aan een der redacteuren van De Dageraad. (Ter Gedachtenis van Multatuli, Amsterdam 1892, blz. 8.)
WelEd. Heer,
Hartelijk dank voor uw brief, aangenaam voor mij en voor de zaak van Multatuli; ik ben overtuigd, dat zijn werk meer en meer doordringt en weerklank vindt. Verscheidene bewijzen daarvan, zooals de uwe, mocht ik ontvangen. Het tij kentert dus en wij mogen nu eenige hoop gaan voeden, dat het algemeen wat edeler en beter zal gaan denken, over den man, wiens leven men vaak zoo vurig belastert. Ik ken hem persoonlijk, ken zijne betrekkingen, zijne correspondenties - en ik geef u de verzekering, dat wat ik van hem schreef, de waarheid is.
Het deed mij ook veel genoegen, dat u de passages over de Minnebrieven goed vindt; ja, ik geloof zelf ook, dat deze bladen eenigszins geslaagd zijn in het weergeven van den indruk, dien dit wondervolle boek maakt. Ook Mult. zelf was er zeer over voldaan in dat opzicht.
Nochmaals dank, mijnheer, voor uw welwillende woorden en geloof, dat uw getuigenis mij zeer aangenaam was; - laten wij allen in onze omgeving propaganda maken voor M. en zijn werk!
Uw hoogachtende
C. Vosmaer