4 september 1874
Concept-brief van Multatuli aan F. Feringa. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Dit concept, geschreven naar aanleiding van Vosmaers brief aan Feringa d.d. 23 mei 1874, welke inmiddels in De Vrije Gedachte was gepubliceerd, werd begin september aan Vosmaer gestuurd en op 5 september met enkele kritische opmerkingen teruggezonden. Op 6 september heeft Multatuli de tekst in herschreven vorm aan Feringa gestuurd en het aanvankelijke concept met de notitie bovenaan opnieuw aan Vosmaer.
desgefällige: desgewenste (d.)
De zaak die ze voorstaat: Marie Anderson wijdde zich in deze tijd aan dierenbescherming.
J.U.D.: Juris utriusque doctor, doctor in de beide rechten (lat.) nl. strafrecht en burgerlijk recht.
ad pandectas: over de oudromeinse wetten (lat.)
dicton: gezegde (fr.)
sesquipedalia verba: zesvoetige, en dus indrukwekkende woorden (lat.)
faul: rot, vies (d.)
concatenatie: samenkoppeling, aaneenschakeling (fr.)
cant: kwezelarij, praatjes (eng.)
vademecum: kleine handleiding (lat.)
bien posé: in goeden doen (fr.)
quod nego: wat ik ontken (lat.)
Kan, na desgefällige lectuur, verscheurd worden.
Wiesbaden 4 Septr 74
Waarde feringa, Vriendelyk dank voor Uw Vrye Gedachte V, 2. die ik eergister ontving. Het eerste stuk van Marie A: ‘in zake’ (terme de Palais) had ik reeds gelezen, en in zekeren zin niet tot m'n genoegen. De zaak die ze voorstaat, laat ik nu onbeslist, maar ik erger my aan die gemaaktheid in haar schryvery. 't Is of ze tot zichzelf zegt: als ik dan niet goed schryven kan, zal ik ten-minste ánders schryven dan 'n ander! Dát 's óók iets!’
En dan dat vervloekte citeeren van allerlei... grootheden die ik althans niet verkies te kennen. Deze hebbelykheid - 'n testimonium paupertatis! - neemt alom de overhand. Naar myn inzien, dat ik natuurlyk voor beter geef - doet gy 't ook te veel. En al komt nu by U geen paupertas in t spel, er ligt iets in, dat... dat... ‘niet goed is’ gelyk zeker beroemd fransch of Siberisch schryver (Mr Chose) zoo wel gezegd heeft. Ik gis zelfs, dat M.A. vervalt tot wat ik 'n fout noem, door uw voorbeeld. Wat doctor feringa doet, mag ik ook wel doen. Mag? Zeker gaat ze verder, en meent dat ze daardoor eruditie ten-toon spreidt, dat er alzoo geen kwestie is van mogen, maar dat ze 'n lauwer verdient (gelyk Sir John Bubbeldubbel zoo kernachtig zich uitdrukt, hy of 'n ander!)
Ik spreek nu niét van U, maar van haar. Welnu, háár citeeren is luiheid, en in zekeren zin, bedrog. Publiek moet zeggen: ‘sakkerloot, wat 'n belezenheid!’ De gewone lezer meent dat het aan hém ligt, als-i Mr Chose niet kent, en neemt z'n hoed af voor 'n auteur (vrouw nog-al) die zóó met volle handen grypt uit... een-of-ander stuk dat voor haar ligt en dat zélf al goochelt met de Mr Choses!
Ik ben overtuigd dat ze van Descartes, Malebranche, Racine &c &c &c niets gelezen heeft dan zoo'n citaat in 'n stuk dat voor haar ligt. Ze vindt zulke namen ergens aangehaald op 'n toon van: ‘die zal 't toch wel weten!’ Klets, ze schryft na wat ze vindt, en de eruditie is dáár! Gekker nog dat aanhalen van zulke namen die omgeven moeten worden met 'n gratuiten nimbus. Dr Guardia, Dr Latour, prachtig! - En: ‘het dier is by de wet althans geen zaak, maar persoon.’
Deze stelling is my nieuw, en ik ben verwonderd dáárby geen J.U.D. te zien aangehaald als zegsman. Wat had het gekost, ook die kettery te sausen met: (zie Dr Janklaassen, ad pandectas!)-
Marie heeft niet gewerkt, werkt niet, wil niet werken! Ziedaar de oorzaak. Welnu, zoo zyn er velen. Maar ik kan niet verdragen dat men pronkt met geleende - neen, zoo is 't niet! Dat men uitgeplozen touw wil doen voorkomen als 'n struisveer.
't Gevolg van deze plompe supercherie is dat haar eigen gedachtenloop verward is, en haar uitdrukkingen incorrect. Het wemelt in haar geschryf van zinnen die... geen zin hebben. En overal wordt men herinnerd aan 't spreekwoord over klok & klepel. Wat beteekent byv: ‘de hel is bezaaid met goede bedoelingen’? voornemens? Er blykt dat ze 't bekende fransche dicton wel eens gehoord, maar nooit begrepen heeft. Anders zou ze 't zoo niet verknoeien.
Zonder party te trekken voor 't standpunt van Harting, begryp ik dat hy geen lust heeft te antwoorden op zóó'n stuk! t Komt me voor als de schaakparty van iemand die den loop der stukken niet kent.- Volgt: de chinezery! Dat er in de ‘Heilige’ Boeken hier-en-daar iets goeds gezegd wordt... o zeker! Maar ⅞ is lieu commun. Iets als: ‘de brave man is rechtvaardig.’ Ei?
Het lust me niet, al de voorbeelden aantehalen van de zinneleegte die me zoo hindert. En dit is voor U dan ook niet noodig.-
‘Maar, ik vraag je geen recensie!’ zoudt ge kunnen zeggen. Zeker, en 't is niet prettig als men iemand 'n geschenk doet, daarvoor te worden betaald met aanmerkingen. Aan den anderen kant zoudt ge 't flauw vinden, nooit iets te hooren van den indruk dien Uw werk op me maakt Hoe dit zy, m'n bedoeling is goed. Welnu dan, ik vrees dat ge op 'n verkeerden weg zyt, en ik zou m'n plicht te-kort doen wanneer ik u dit niet ronduit zeide.
Zie, ik ben volstrekt incompetent in de Amerik. Spoorzaken, vooral wat die zaak aangaat als Specialiteit. Ik ga te dien opzichte niet verder dan de stelling: dat men voor rentable ondernemingen geld in de buurt kan krygen. Aldus de gansche historie voor Schwindel houdende, interesseert my de ontleding der respectieve verhoudingen bitter weinig. en ik ben recht grootsch er op, niet te weten of Spoor A. nóg insolieder is dan spoor B. Reeds het schryven over de meer of mindere soliditeit, reeds 't bestaan der kwestie zelf, is my 'n blyk van de weinige oorbaarheid. Een finantiële zaak die stof levert tot betoogen in sesquipedalia verba, is faul. Dit geldt ook van staatsbegrootingen. Er zyn er die te-gelyk amortiseeren en leeningen sluiten! Niets is uit den aard der zaak eenvoudiger dan geldzaken. Daar kan slechts spraak zyn van plus, minus en verschil. Wat daarbuiten... schynt te gaan, is per se uit den booze.
Soìt! Ik wil dan van Amerik. spoor finesses niets weten. Die finesses zyn me... te grof. Maar U, redacteur van Vrye Gedachte, vraag ik, of uw Publiek daarover anders denkt?
Misschien wel. Want dit Publiek ‘doet’ in Amerik. & Russ. spoorvodden. Welnu, zy die zoo stom zyn - of by speculatie op de stomheid van anderen - zoo immoreel, hebben niets te maken met ‘Vrye Gedachte.’ Zoekt ge uw Publiek onder dezulken, zet dan 'n Beurskrant op, en schik u in den afkeer van (fyne) lezers... halt, ‘fyne’ deugt niet. Van lezers dan, die zich bewegen (of stil liggen) op ander terrein, van lezers die byv. ‘doen’ in monisme, unitarisme, materialisme &c &c &c.
Ja, zie, op Joaquin Valley, Oregon en Milwaukie volgt 'n duel met... V. Vloten over zoogenaamd hooger zaken.
Godbewaarme dat ik zou aandringen op... monisme e.d. als by voorkeur onderwerpen ter behandeling! Juist ik ben meer dan ooit overtuigd dat alles in alles is, en wel door verband, door concatenatie, door affiliatie, door affiniteit. De Natuur is één in haar doen. Maar is de bontheid van Uw Tydschrift toeteschryven aan 't verband tusschen 't zoogenaamd hooge en 't zoogenaamd lagere? Geenszins, dunkt me. De windhandel met spoorvodden, en 't kwasi filosofisch beredeneeren van-
Och, ik ben bitter! Kerel, merk je dan niet dat stukken als die ge met V. Vloten wisselt, wat ál te sterk rieken naar de topics der Duitsche akademien van 80 & 100 jaar geleden? ‘Zekere Herr Professor Kant heeft gezegd’... My kan de kerel gestolen worden!-
Smaakzaak? 't Is mogelyk! Maar is 't zoo verwerpelyk, dat men geen smaak heeft in 't verouderde, in 't afgezaagde, in 't reeds voorlang tot walgens toe genotene? Filosofie? Gaarne! Maar de cant der Duitsche philosophen is, dunkt me, heel iets anders dan wysbegeerte! Uw gedurig aanhalen van zekeren Hartman...
De lieve goede barmhartige god zal me, hoop ik, in z'n onuitputtelyke genade bewaren voor kennismaking. Ik gis uit uw stukken, dat de man bekend is, beroemd misschien, en dat het 'n groote schande is dien zoo uitstekenden... dit of dat niet te kennen. Welnu, veracht me: ik ben zoo slecht. En... beterschap beloof ik niét! Ik kan u verzekeren dat ik niet den minsten lust voel 't geringste kapitaaltje van m'n geest in z'n redeneeringen te steken. 't Is onnoozel, niet waar?
Maar gy dan, die wél ‘doende’ in dergelyke ‘waarden’ u daardoor laat verlokken tot het schryven der verzekering dat ‘nadenkende natuurkundigen zich niet bemoeien met ‘stof’-
Feringa, heb medelyden met m'n ónnadenkendheid! Zulke stellingen zyn me te hoog! ‘Te hoog’ niet alleen voor m'n begrip, maar zelfs voor m'n lust om ze te bestryden. Ik kan ze niet genieten, en ik kauw er niet graag op zonder baat voor m'n maag. Je zoudt me byna doen verlangen naar versjes. O god, wat komt er van den mensch!-
Uw stuk over Mill heb ik nog niet met de vereischte aandacht gelezen. ‘Hy heeft veel gepraesteerd’ zegt ge. Ik mag 't lyden. Zou 't niet goed zyn, 'n kort begrip uittegeven van de door Mill ontdekte nieuwe waarheden? 'n Soort van vade mecum voor redenaars: ‘gelyk we lezen in no zóó der waarheden van Stuart Mill?-
Als ik over u te zeggen had, verbood ik u alle lectuur. Uw taak zou zyn: ‘aanschouw, let op, denk, concludeer (als 't mogelyk is) en uit!’ Dat overhaspelen van vreemde cocons...
M'n oog valt daar op 'n paar bladzyden van uw stuk:
O, wat is god toch lief en goed!
Hoe genadig heeft-i me bewaard voor zooveel relaties! En gy, hoe houdt ge ze uit elkaêr? Gebeurt het u niet wel eens, 'n ...schoff voor 'n ...sky, of Mr Muller voor 'n Mr Maier aantezien?
Maar... niets is volmaakt. Ook ik ben eens tegen dien fameusen Comte aangeloopen. De kerel heeft me 'n heel uur gekost, waarvoor ik onze L.H. vergiffenis vraag.-
Hoe kunt ge toch, gy die eigen equipage betalen kunt, u zoo laten rondryden in rottige huurkoetsjes? Redacteurstaktiek kan 't niet zyn, want ik kan niet gelooven dat de lezers zich daardoor voelen aangetrokken. Wel zult ge de meesten hunner nopen tot de meening: ‘die Dr Feringa is toch bien posé in de republiek der Letteren, hy kent alle voorname luî! Maar daar de lezer - zelfs de ónbeschaafde... de beschaafden denken voor eigen rekening! - daar zelfs de ónbeschaafden al die lui niet kennen, bevalt hen dat rondsleepen door vreemde streken niét, en ze nemen 't een auteur kwalyk, alsi door dat gedurig stoffen - vergeving voor 't woord: er komt van stof in! - alsi door dat eeuwig wyzen op z'n intellectueele parentage en kameraadjes, hen hun burgelykheid schynt te verwyten.
Anderen - en 't zyn de besten niet! - erkennen niet graag dat ze geen familie van... je bibliotheek zyn, en zeggen: ‘Comte? De de- de... wat-is i ook weer? - de positivist, niet waar? Precies! Ook myn geestneef! 'K heb gister nog van 'm gedroomd!’ &c &c Maar... ze le-zen liever wat ánders! Want al ware nu zoo'n Comte 'n man die de moeite der kennismaking waard was, quod nego! - dan nog zyn ze tot die kennismaking te lui, waaruit blyken moog dat de goeie god zelfs de ‘luiheid’ weet dienstbaar te maken aan 't goede.
Maar zeg je, zouden ze dan ook niet te lui zyn, myn denkbeelden optevangen, wanneer ik die loopen liet op eigen rails, in stee van... &c &c
Misschien! Maar dit zou dan juist uw streven moeten zyn, uw denkbeelden zóó intekleeden dat... dat...
Streven, zeg ik! Of 't ooit lukt, is goden & uitgevers bekend! Doch zeker lukt het overgieten van denkbeelden niet zoolang ge u vernedert slechts hier & daar 'n bloempje te borduren op 't kanevas van 'n ander. (Zie o.a. 't geschryf van dien Quack. Die kerel kan geen 2 kolommen in den Rotterd. leveren zonder 'n boek voor zich te nemen.)-
Verschooning voor m'n oprechtheid vraag ik niet. 't Zou schynen of ik er kwaad in zag. Wees vriendelyk gegroet, en geloof me
t a v
Douwes Dekker
God zal me 370000000 maal 'n schaap geven, ik ben zoo misselyk van schryvery, en beroemdhedens! Lees eens stukken van 100 jaar geleden, en vraag eens naar de kerels die toen gebruikt werden als citeer-zondebokken!