*12 juni 1874
Brief van Mina Krüseman aan Multatuli, op 11 juni begonnen. (Leven II, blz. 160-163.)
De vrouw van mijn man: Mme ** die mij als erfenis haar man wilde nalaten! (Noot van Mina Krüseman).
pintar: pienter, schrander (mal.)
manis: zoetig (mal.)
diam: heimelijk, stil (mal.)
Brussel, 11 Juni 1874.
Oho!... Begint Multatuli weer te koketteeren!... Of ik melancholiek ben? - Ja, natuurlijk? Altijd, als ik pas thuis ben; ik houd niet van huis en toch ben ik heel huiselijk, al schijnt 't ook niet, maar ik ben hier in een valsche positie en ik haat al wat valsch is! Mijn omgeving is scheef en ik ben maar half vrij, dus in 't geheel niet, qu'importe! Geduld maar, ook dit zal ik wel te boven komen, ik eindig toch altijd met triomfeeren, zelfs... over mélancholie (de gewoone réactie van geluk) door of buiten... toedoen... van... Multatuli!!! à vous d'en juger! Zie zoo, nu koketteer ik ook! Pas op, want deze keer zijt gij mogelijk in mijn vak terecht gekomen! In mijn wiskunde! In mijn ‘exacte, stipte wetenschap’! In 't eenige vak waarin ik doctor ben!
Zoo'n vrouwenvak! fi donc! Neen, dáárin wil ik uw meerdere niet zijn! Ik koketteer niet met mijn vrienden, dat doe ik met mijn vijanden alleen, of met de uwen als **** enz.
Ja, exacte, stipte wetenschap... (zonder koketteeren?) rekenkunde in den een of anderen vorm, die niet vervelend is! Zou zoo iets bestaan voor een vlieggeest van mijn soort? Wat geeft ge u een moeite om me niet te zeggen dat ik oppervlakkig ben! Als of ik dat niet weten zou! Ik ben maar een vlinder, die zweeft van bloem naar bloem, en mooi vindt, en geniet, en verder gaat, al kijkende zonder zelf te begrijpen wat hij ziet! Ik weet wel dat zulk zweven geen leeren is, maar 't is geluk... dát is ook een soort van wijsheid! faute de mieux, de beste nog die ik machtig heb kunnen worden! Kunt gij mij een betere bezorgen, ne vous gênez pas, maar... niet ten koste van uw werk. Funke eerst en dan ik; ik wou dat gij uw uitgever ten minste geen werk schuldig waart, geld zou nog te betalen zijn, maar zooveel vellen copy... enfin, ik wenschte wel de kunst te leeren om alle uitgevers onschadelijk te maken? Wat een discipel, hè? Verwacht gij heel veel eer van een leerling van mijn soort? - En nu wilt gij weten hoe ik met mijn tijd omspring? Ook al vrij grillig! Eergisteren heb ik visites gemaakt, die me verveelden; en verder 't huis doorgedwaald zonder iets te doen; gisteren heb ik genaaid en modistetje gespeeld, op alle manieren (studie voor later), en van daag heb ik gezongen en geschreven, en de kaart van Amerika bekeken, met 't oog op de toekomst!
O ja, over een maand zoo wat denk ik dat wij voor een dag of veertien naar Chaudfontaine zullen gaan, met de H's en nog een paar kennissen. De vrouw van mijn man is aan 't opknappen van haar huis, gisteren heb ik de plafonds moeten bewonderen en de behangselpapieren goedkeuren, die ze zonder mij had uitgezocht! Brutaal hè? Maar zij gevoelde haar liefste ook gedétrôneerd, nu ik vier maanden bij Antonelli was gebleven! ‘J'ai fait mettre la musique sur les portes, ça vous plait n'est ce pas?’
‘Oui, Madame, c'est très élégant.’
‘C'est en pensant à vous, que j'ai fait choix de ces dessins là.’
‘Vous êtes bien aimable!’
Gelukkig heeft ze haar man getrouwd vóór dat ze wist dat ik bestond, anders was ze capable me nu te verzekeren: ‘C'est en pensant à vous, que j'ai fait choix de ce mari là!’
Ik heb mijn aanstaande zelf nog niet gezien, hij is nog te ** waar hij gekibbeld heeft voor de libérale partij. Van partij gesproken, hoe staat 't met 't schaken? Hebt gij onze partij gewonnen?
(....)
12 Juni.
Ik heb den halven dag... gerekend!
Hebt gij den een of anderen cijfergod in den arm genomen om mij met noten en maten te vervolgen, tot ze me aan 't rekenen zouden brengen? - Daar heeft een componist me een méthode (cours d'harmonie) gebracht om na te zien! Hoe verzint de man 't! Ik heb hem geschreven en gezegd dat zijn werk mijn sfeer te boven ging, dat ik niets van compositie afweet, enz. enz. maar 't hielp niet! Van morgen kwam hij met een vigilante vol portefeuilles aanzetten, kaarten als karpetten zoo groot, die de halve kamer bedekten en bezaaid waren met alle soorten van noten, en maten, en rusten, en cijfers! Ik begon met hem uit te lachen en hem te vragen of hij dacht dat ik veel van zijn sterrenhemel begreep?
‘U wil me toch wel helpen, niet waar?’
‘Ja wel, maar ik kan niet! Ik heb volstrekt geen verstand van die geleerdheid!’
‘Och, 't is zoo eenvoudig!’ En daar kwamen de explicaties!
Ik heb aan u gedacht! de heele rekenles door! ‘Wat zou hij een schik hebben, als hij mij hier zag zitten! In mijn mooie hemelsblauwe robe de chambre met de 1400 knoopjes, op den vloer, naast den componist die mij zijn hemelkaart uitlegt!’ En nu heeft hij mij zijn manuscript gelaten en is hij met zijn groote kaarten heen gegaan. ‘Zijt gij niet bang dat ik u bestelen zal? 't Een of ander idée ontfutselen?’ Neen, daar vreesde hij ook al niet voor. Quel homme! Hij had genoeg op me hooren schimpen en schelden om vertrouwen in me te stellen en zijn schatten achter te laten!
(....)
*** zijn kwaad over mijn catholiekheid en kunnen niet velen dat ik den Paus mooie oogen toeken, en kardinaal Antonelli's geslepen gezichtje roem!
‘Vous n'êtes plus des nôtres!’ beweert Madame, ‘ces maudits prêtres là bas vous ont tellement ensorcelée, que vous n'aimez plus que les cardinaux et les évèques!’
Zij vergeet, in haar anti-kerkschheid, dat ik ergens anders dan in Rome ben geweest, en in Rome vindt zij niets dan Antonelli, omdat ik haar zijn portretje heb gewezen! - Zoo, hebt gij zoo veel last van 't poseeren? Domme gezichten, zonder expressie, hè? En 't heele menschje alsof 't van karton was, zoo stijf en zoo hoekig! Je connais ça! 't Is uw eigen schuld! Denk eens aan iets anders als aan uw portret, dan wordt 't in eens mooi! Ik heb ook die zenuwachtige periode ge-had, maar ik ben haar gelukkig doorgeworsteld en nu worden al mijn portretten goed, de meeste zelfs zijn geflatteerd (dat is ook goed!) Als ik uw aanstaand adres heb, zal ik u een collectietje zenden om uit te kiezen, die gij leelijk vindt moet gij ook houden, tot dat ik ze eens terug kom halen, de mooien heb ik in duplo, en behoef ik dus niet weer te hebben. Begrijpt gij de invitatie? Mag Maxje niet eens mee poseeren? Dát portretje zou goed worden, grâce à Maxje, die u wel aan hèm zou laten denken!
O! o! daar krijg ik een briefje van een vriendinnetje, waarin zij me schrijft dat Kolff me op komt zoeken! Hij heeft gemeen laten handelen of zelf gehandeld met dat jonge, enthousiaste schaap, en aangezien hij weet dat ik 't weet en dat ik voor hém niet weten wil dát ik 't weet, zoo komt hij nu hier om er over te spreken; ik ben pas half thuis of ik moet alweer vechten, en die ellendige hollanders hebben altijd zulke lage intrigues, zoo saai en vervelend, ze zijn niet eens amusant of fijn als de franschen en italiaanschen!
Ik heb thuis gelukkig allen wél gevonden. Papa ziet er perfect uit en de kat, zoowel als de hondjes, kwam me reeds op straat tegemoet! En een duitsche meid! Dat is me ook een klucht! Een excellente keukenprinces, maar die zoo wonderlijk door de wereld heeft gezworven, dat ze fransch, duitsch, engelsch en hollandsch tot één taal heeft gemaakt, die zij alleen verstaat! Papa verstaat haar nooit en ik zelden, daarom zeker begrijpen we elkaar zoo goed! Hoe bevalt uwe roodwangige gedienstige u op den duur? Is ze pintar? en manis? en diam? Papa zou zeggen: ‘als je niets van haar merkt is ze goed.’ Zóó ver pousseer ik mijn meidenliefde nu niet!
Adio, komt ge me eens bezoeken in een brief?
Vele hartelijke groeten.
Mina.