*29 mei 1874
Brief van Multatuli aan Mina Krüseman. (Leven II, blz. 157.)
Wiesbaden 29 Mei 74.
(....)
Ja, wij hebben u zeer lief en achten u hoog Ik gaf er veel voor, je gekend te hebben toen je nog niet zoo'n vasten plooi had genomen. Volstrekt niet omdat ik dien plooi afkeur (God bewaar me!) maar uit... ijdelheid. Kijk, ik zou 't prettig en vereerend hebben gevonden, iets te hebben bijgedragen tot je tegenwoordig zijn. Dat gij daaraan geen behoefte hadt is gebleken, maar mij zou 't aangenaam geweest zijn op je te mogen wijzen als 'n discipel of geestelijk kind. Nu ben je je eigen vader en moeder. Tant mieux pour toi!
(....)
M'n werk is de Times van m'n ziel. 't Kan me minder schelen of ge alles of veel met me eens zijt, maar veel hecht ik er aan dat je mij houdt voor waar. Zelfs m'n kwaaie humeuren en m'n driftigheidjes zal je in m'n schrijverij vinden, precies als op den Frauensteinschen weg en te Bonn, en als ge dat ‘waar zijn’ erkent, (heel iets anders dan altijd de waarheid beet te hebben!) dan zult ge, gij 'n ware natuur, van me houden, en daarop ben ik zeer, zeer gesteld.
(....)
liever wáár, dan beminnelijk.
(....)
Dek.