6 december 1873
Brief van Multatuli aan J.L. Switzar. Enkel velletje postpapier, tot bovenaan de keerzijde beschreven, en bijgevoegd strookje papier, aan éen zijde beschreven. (Particulier archief, Eindhoven; fotokopie M.M.)
Voor de vorige zet zie 2 december, voor de volgende zet 12 december.
Wiesbaden 6 Decr 1873
WelED Heer!
Uit Uw geacht schryven van eergister, meen ik te mogen opmaken dat U niet te-vreden is met de mate van krachts-inspanning, die door my aan de afgeloopen party is ten-koste gelegd. Dit is gegrond. Zoowel door m'n verhuizen als door andere oorzaken, was ik zeer gepreoccupeerd. Doch ik mocht het niet zeggen, wyl zoo-iets de gewone manier is van onedele spelers, om den roem der overwinnaars te verkleinen. Nu UED zelf er op doelt, mag ik het wel toestemmen, niet waar?
Hoe dit zy, ik hoop U in deze party meer werks te verschaffen. Draagt het Uwe goedkeuring weg, dat we voortaan onze zetten me-dedeelen in den vorm van inliggend briefje? Het is eenvoudiger, dunkt my.
Na beleefde groete met achting
UwEDDwDienaar
Douwes Dekker
Ontvangen: 2) | G 8 - F 3. |
Antwoord: 3) | G 1 - F 3. |
Wiesb. 6 Decr 1873
Douwes Dekker