18 juli 1873
Brief van Multatuli aan Mr. W. Wintgens. Dubbel vel postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
gecondemneerd: veroordeeld, onhoudbaar.
Cromwel: Oliver Cromwell (1599-1658), engels militair en staatsman, sinds de terechtstelling van Karel I op 30 januari 1649 de machtigste man van Engeland, joeg in april 1653 het Rompparlement uiteen.
that bawble: dat speelgoed, snuisterijtje (bauble; eng.)
Wiesbaden 18 Juli 1873
Hoogedelgestrengen Heer
Mr W. Wintgens
s'Gravenhage.
Hoogedelgestrenge Heer!
Voor de ontvangst van den bundel ‘Redevoeringen’ heb ik de eer U mynen oprechten dank te betuigen.
Ik zal ze bestudeeren, en ben zeker dat er veel uit te leeren valt, vooral voor my, omdat ik zeer ingespannen lees.
Reeds nu weet ik dat er by de optevangen indrukken, altyd 'n bysmaakje van verdriet wezen zal. Er zyn personen die ik acht. Maar ik heb géén achting voor 'n collegie. En Uwe Redevoeringen zyn tot 'n Vergadering gericht, die als zoodanig niet op de hoogte is, noch tot het waardeeren van den inhoud, noch tot het schoon vinden van den vorm. 't Is jammer!
Indien ik hierin recht heb, is 't Parlementarismus gecondemneerd. Wat my aangaat, ik sukkel te dien opzichte nog altyd op de laagte van m'n Ideën 6-9.
Uit 'n wysgeerig oogpunt - en uit welk ánder oogpunt wenscht men de zaken beschouwd te zien? - is het tellen van stemmen, 'n zeer verkeerde methode om te geraken tot waarheid.
Gy, lid der minderheid, moet dit met my eens zyn!
En wanneer straks de meerderheid - gewoonlyk geschiedt dit door by-oorzaken - tuimelt, zullen de leden dáárvan, 't weer met my eens zyn.
Ieder individu spreekt van ‘ze’ met minachting. ‘Ze’ begrypen niet! ‘Ze’ weten niet! ‘Ze’ willen niet!
Juist! ‘Ze’ is niets waard!
En voor die ‘ze’ hebt Gy Uwe redevoeringen uitgesproken!-
Dus: 't uitgeven daarvan is nuttig. O ja! Maar... Publiek is óók 'n ‘ze’.-
Eigenlyk is dit alles zeer treurig. En ik ben dan ook bedroefd. Geenszins over particuliere zaken, want ik ben gezond, arbeid aangenaam, en heb 'n uitgever die behoorlyk betaalt. Dit nam. had ik vroeger niet. In zekeren zin voel ik me betrekkelyk zeer gelukkig.
Maar ik ben bedroefd over de Publieke Zaak. Holland vertoont alle teekenen van ontbinding. En 't kón anders!
Maar niet met zóó 'n Parlement! Misschien niet met 'n Parlement. ‘Take away that bawble’ zei Cromwel.
Ik beweer evenwel niet, dat men uit de behoefte aan 'n geneesmiddel, besluiten mag tot hygienischen regel voor gezonden. Wat de beste regeeringsvorm is, weet ik niet - wat is de beste spys? - maar wél meen ik te mogen vaststellen dat er ziekteverschynselen bestaan die luid roepen om 'n zeer speciale medicatie. 't Is dan ook alleen in dézen zin, dat Cromwel kán gelyk gehad hebben met z'n: ‘take it away!’
Na zeer beleefde groete heb ik de eer met ware hoogachting te zyn
U Hoogedgestr DwDienr
Douwes Dekker
Ik zie dat hier-en-daar m'n zinsneden wat incorrect zyn. Immerhin! Mag ik de opmerking maken dat myn klacht over onze fouten in 't zoeken van politische waarheid, dateeren van 62? Toen werd ik uitgekreten voor excentriek. En nu schryven de redakteuren 7 klas, hoofdartikels over de ‘onbruikbaarheid onzer Kamer.’ 't Is reeds 'n scie geworden!