Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

21 augustus 1872

van

Multatuli

aan

Julius de Geyter (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

*21 augustus 1872

Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand, door De Geyter gewaarmerkt. (M.M.)

Het naschrift is met vier strepen doorgehaald, maar of dit ook het geval is geweest op de autograaf, valt niet te zeggen.

Middelburgsche samenkomst: het Ned. taal- en letterkundig congres dat op 3-5 september zou plaats vinden.

't Haagsch congres: begin september 1868; zie V.W. XIII, blz. 131-132.

Wiesbaden 21 Augs 1872

Beste de Geyter!

Dank voor uwen brief van den 14.n Ja, ik begryp dat uwe tegenwoordige betrekking u drukken moet. Toch zoudt ge zekere leegte voelen, indien gy vry waart. De wryving tusschen al te dagelyksche bezigheid en hooger aandrift, heeft haar nut, geloof me. Daarin ligt iets van ‘Ongelukkige liefde’ waaraan Heine beweerde zooveel te danken te hebben. Geef'n dichter al wat hy verlangt... 't zal hem ontdichteren. Stryd is noodig.

Toch begryp ik uwen wrevel!

Zeg me hoe uw kindje heet.-

Heden 21 Augs ontvang ik het Program der Middelburgsche samenkomst. Ik gis dat men door U wakker gemaakt is. Waarschynlyk zal men beweren niet te hebben geweten waar ik was. Dit zou 'n Jezui-tische uitvlucht zyn, en te stuitender als men let op de namen van de wél geïnviteerden, wier adres men alzoo wél schynt geweten te hebben. Daaronder zyn zéér, zéér velen die ik niet zou hebben weten te vinden! Ik verbaas me dat men ze gevonden heeft.

Bovendien, by 't Haagsch congres, wendde men dezelfde onbekendheid met m'n adres voor, schoon ik toen sedert vele maanden in den Haag was. Een der leden van 't bureau kwam my, één dag voor de opening, uitnoodigen. Ik liet my overhalen geen rancune te toonen, en kwam.

Maar ik had er berouw van. Na dat Jan en alleman gesproken had, werd my - toen ik, zeer op 't laatst, het woord vraagde - 't zwygen opgelegd.

Ik beweer niet dat ik nu zou gekomen zyn, indien men my had uitgenoodigd, en al ware 't by-tyds geschied - let wel, dat ik slechts 'n program ontvang, en geen invitatie. Wat er in dat program staat, wist ik reeds uit de courant. - enfin, ik ben er misselyk van. Ik sla u voor, te vragen of er in de van my verschenen werken geen uitgever genoemd wordt? En of die dan myn adres niet kennen zou? De zaak is, dat ze die werken ignoreeren, of dat voorgeven, en dit bewyst de gegrondheid myner klachten over de bejegening die ik van Holland ondervind. Er ist thans veel wryving over Onderwys. Meent ge dat daarby ooit sprake is van m'n III Bundel? Neen! C'est un parti-pris.-

Mag ik U vriendelyk verzoeken, de heeren dien ge de Vorstenschool zondt, aan te bevelen my die terug te zenden vóór 't Congres? Myn uitgever zou reden hebben 't my euvel te duiden, als 't ding in omloop kwam vóór de verschyning.-

Wees met uwe lieve vrouw zeer hartelyk gegroet van

Uwen vriend

Douwes Dekker

Is de in dat Antwerpsche proces voorkomende Mattioni, de Mattioni dien ik in Uwen kring ontmoette? Helaas, hoe treurig!