Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

10 juni 1872

van

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

aan

E.J. Potgieter (bio)

 

Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)

terug naar lijst

10 juni 1872

Brief van Tine aan E.J. Potgieter. Dubbel en enkel velletje postpapier, tot bovenaan blz. 6 beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)

Padua 10 Junij 1872

Waarde Heer Potgieter,

Reeds lang had ik U willen en moeten schrijven, maar daar ik altijd om hulp te vragen heb, valt het mij zwaar en ik stel t' uit, tot dat ik door de omstandigheden gedrongen word, alles ter zijde te zetten, om moedig met mijn verzoek voor den dag te komen.

Toen ik U de laatste keer om 200 fr. verzocht, was het om schulden af te doen, ik wist toen nog niets van t' vertrek van Eduard naar Engeland, ik heb toen dat geld voor Eduard besteed, die schulden zijn opgeloopen en nu kan ik mij niet anders redden dan weder mijn toevlugt tot U te nemen. Om een beetje in t' effen te komen zou ik 400 fr. noodig hebben en dan nog heb ik niets om mij een weinig kleeren aan te schaffen die ik zóó noodig heb, U ziet dat ik nog altijd tobbende ben, en mijne gezondheid laat veel te wenschen over, ik voel mij zoo afgemat en dan die doodelijke melancolie die mij zoo onderdrukt, toch doe ik mijn best er mij niet in toe te geven maar niet altijd gelukt het mij, ik voel dat ik mij soigneren moet, maar... zonder geld is dat moeijelijk of liever onmogelijk.

Waarde Heer Potgieter ik ben zoo bang, dat U mij voor onbescheiden zult houden, och t' zijn de omstandigheden die mij noodzaken om zóó te handelen, geloof mij vrij, dat ik liever geven zou dan ont-vangen. Hoe dikwijls hebben wij niet menschen geholpen royaal zoo als Dekker dat vroeger zóó gaarne deed, hoe weinig dacht ik dat ik zelve zou moeten vragen en nooit kwam t' mij in den zin dat hulp vragen zóó zwaar valt.

Mevrouw Omboni heeft mij verzocht U zeer te groeten, zij was van plan U te schrijven maar ze is gister voor eenige dagen op reis gegaan, zij zou U schrijven wanneer zij te rug komt.

Nonni leert trouw, zij wordt door ieder bemind die haar kent, t' is een lief goed kind met veel intelligentie. Ik mis mijn Eduard niemand kan mij zoo opvrolijken als hij, ik ben mijzelve niet als ik mijn kinderen niet bij mij heb. t' leven is wel moeijelijk en vroeger vond ik alles zoo makkelijk, geluk geven vond ik zoo schoon, rijkdom, aanzien heeft me nooit aangetrokken maar huisselijk geluk dat was mijn ideaal en ik moet dan ook zeggen dát heb ik gekend.

Hoe gaarne zoude ik eens met U spreken, ik geloof zeker U mij begrijpen zoudt, als ik U uitlegde waarom ik zoo melancoliek ben, weinig menschen kunnen zich verplaatsen in een ongewone positie. Maar als men dichter en schrijver is dan voelt men waar een ander niet begrijpt, en begrijpen is toch zoo schoon, daar voor is noodig en de intelligentie van den geest en van t' hart.

Ik zou zoo gaarne eens hollandsche Couranten lezen, welligt heeft U er eenigen, zoudt U mij ze eens willen zenden? Als men in Italien is, hoort men nooit iets van Holland.

Waarde Heer Potgieter ontvang mijnen opregten dank voor alles wat U voor ons doet ik beveel mij aan in uwe vriendschap en geloof mij met de meeste achting en vriendschap

E H Douwes Dekker