*10 juni 1872
Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli (RvE, blz. 178-179).
tsohhbatten: soebatten, vleiend smeken (van mal. oorspr.)
Brussel, 10 Juni '72.
W.D.!
Ze zijn in Holland hun kop kwijt door den dood van den ‘eminente’. Zouden wij daarvan niet partij kunnen trekken om hen te dwingen tot:
1.o afzwering van hunne vuile oostersche staatkunde,
2.o genoegdoening voor u en mij?
Bijv. zoo ik schreef in den Telegraaf:
‘Wij vernemen uit goede bron, dat Multatuli na de voltooiing van zijne V.S. een ander drama op touw zal zetten, waarin onze oostersche staatkunde wordt gebrandmerkt. Daarin zal een Javaan voorkomen, wien De laatste dag der Hollanders op Java, in proza en poëzie van den balling R.v.E. in den mond wordt gelegd. De angst zal dan misschien eindelijk onze ministers, geachte sprekers, en de andere Droogstoppels nopen tot het verlaten van hunne verfoeilijke politiek’.
Zoo vereeuwigt ge ook mij. Het prozastuk zal ik voor u opzoeken. Denk eens hierover na. Gij hebt meer beleid dan ik. Misschien komen ze dan bij u en mij tsohhbatten.
Groet Mej. Schepel vriendelijk van mij. Wij allen drukken u de hand.
Uw vriend R.v.E.