*29 januari 1872
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga. (RvE, blz. 122-124). een aardig boekje: volgens mededeling van Mimi: Portius, Katechismus der Schachspielkunst.
Toulon n'est pas là: daar ligt het oorlogsdoel niet; variant op een uitspraak van Napoleon I.
koetsiers met beerevellen: toespeling op de deftige dokter uit Woutertje Pieterse; zie V.W. III, blz. 312.
Wiesbaden, 19 Januari '72.
Beste Roorda. Dat doet me plezier dat ge schaken wilt. Ik zal die braafheid beloonen met een geschenk, een aardig boekje over 't schaken. Ik verzend het heden. Le fait est dat ik werken over 't schaken heb, en gy misschien niet. De party zou dus niet gelyk staan. Laat u de gekke toon van dat boekje niet hinderen: de inhoud is aardig. Wie 't goed bestudeert, kan schaken. Of-i daardoor een meester wordt hangt van de gaven af. Ik nooit. Over de beteekenis van 't al of niet houden van schaken heb ik veel te zeggen. Ook is er verschil tusschen de liefhebbery en 't kunnen. Ik ontken... nu, geen verhandeling. Myn oordeel over die zaak is anders dan de gewone meening. Veel goede schakers zyn nullen. Maar 'n andere vraag is of 't niet voor iemand prouveert, dat hy er veel van houdt. My is 't een verdriet-afleider. En dat vind ik, uit 'n zedelyk oogpunt, met het oog op de wyze waarop velen hun verdriet dragen, een certificaat van smaak. Intelligentie heeft hiermee niets te maken. Integendeel, naar ik geloof. Vooral in 't schaken by correspondentie, myn favoriet manier, is iets... keuteligs.
Ik geef u wit, zet en lage nummers. Gy hebt: a, 1 aan uw linkerhand. Ik vind dat we niet juist voor elken zet briefport aan Leopold of Wilhelm hoeven te betalen. Ik sla u voor de zetten te noteren op de binnenzyde van de papierstrook waarmee we een krant adresseren. Daardoor komt ge meteen in 't bezit van 't ‘Nieuws van den dag’ (zeer min!) en van Asmodee (sedert eenigen tyd niet zoo gemeen als vroeger. Er staan nu en dan goede stukken in.) Dus: 1) e2-e4, e7 - e5 en ik wacht uwen 2den zet. Doe geen zet voor ge 't boekje ontvangen hebt en wat ingezien.
Uwe mededeeling over die fooi of niet-fooi is curieus. Ik weet geen naam voor zulke dingen. V. Vl. zou er zich afmaken met: ploertig. Maar hoe 't genaamd moet worden, weet ik niet! En weet ge wel dat er iets, iets, iets... naïfs in is ook? 't Gaat myn verstand te boven. De ondervinding heeft my geleerd dat men over zulke dingen geen verstoordheid toonen moet.
Gevederde wekker des dageraads! Prachtig! dat beteekent poëzie. Te Genève wordt op de scholen geleerd dat
Daar is een katechismus van, met vragen en antwoorden! Hoe noemt men in poëzie dit of dat? En... de wereld staat niet boven die dingen! Men vindt dat compleet in orde! Pleizierig voor 'n wezenlyken dichter!
Die ‘verbeteringen’ van uwe redactie door v. Vl. zyn bespottelyk. Wat verbeeldt hy zich wel!
Gy hebt dus dat nummer van den Levensbode niet? Dat spyt me. Ik kan 't u niet zenden. Het kwam my by toeval in handen, en ik moest het den eigenaar terug zenden.
Het hindert me zoo dat ik van Vloten niet kan aanvallen. Ik ben persoonlyk door hem mishandeld in zaken die ik niet publiek behandelen wil. Anders had ik er lust in, hem op z'n plaats te zetten. Nu zou 't wraak of rancune schynen.
Toch kan ik hem niet veroordeelen over 't niet geven van honorarium. Ik gis dat de Levensbode niets opbrengt. Maar dat hy u niet eens 'n exemplaar zendt, is erg.
Hartelyk gegroet met al de uwen
Uw vriend
D.D.
Nog niets van Plet! Ik kan niet gelooven dat er van die zaak iets komt. Ik wou dat ik geld had om 't optezetten. Maar ik zou 't nooit doen als de uitgever stem had. Die moest niets meer dan industrieel zyn. Daar ontvang ik... Quatrefages, en courant-artikelen. Nog niet gelezen, wel ingezien. Wees niet verbaasd als ik u zeg: uw schryven over Sloet, spoorweg, verbanning etc. etc. interesseert my niet. Dat klinkt lomp en onhartelyk. Ja, 't klinkt zoo. Veroordeel me niet voor ik u dat heb uitgelegd. Dat je je laat hooren en van je afspreekt - ook vooral als je goed schryft - is perfect. Maar... Toulon n'est pas là! Ik weet waar Toulon ligt... als we ons maar konden roeren. Meent ge dat ‘ze’ iets begrypen van uw schryven? Van 't myne natuurlyk ook niet. Dat verandert terstond als we koetsiers hebben met beerevellen!