29 januari 1871
Brief van de heren Kern, Wertheim, Quack en Stieltjes aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan ruim twee bladzijden beschreven in handschrift van prof. Quack. Op blz. 3 het Afschrift der advertentie (M.M.) Zie ook 4 februari.
Het is opmerkelijk, dat niet Multatuli's brief aan Wertheim d.d. 2 januari maar een niet teruggevonden brief aan Plet genoemd wordt als motief om de werkzaamheden van de Multatuli-Commissie te beëindigen.
Amsterdam 29 Januarij 1871
Door bemiddeling van den Heer van Gennep is U in der tijd de kennisgeving geworden van het tot stand komen onzer commissie.
Wij achten het nu onze plicht - na de brief van U onder dagteekening van 13/14 Januarij 1871 aan den Heer Plettenberg geschreven - U medetedeelen dat wij ons mandaat nederleggen.
Wij betuigen ons leedwezen dat onze pogingen - uit de beste bedoe-lingen voortgekomen - geen beter resultaat hebben mogen bereiken.
Wij hebben de eer ons met de meeste hoogachting te noemen
Uw dw Dienaren
H: Kern
A.C. Wertheim
H.P.G. Quack
T.J. Stieltjes
Aan den Heer
E. Douwes Dekker
Afschrift der advertentie waarbij aan het Publiek het ontslag-nemen der Commissie wordt medegedeeld:
‘De Commissie, die naar aanleiding der oproeping van den Heer van Gennep zich heeft samengesteld om een fonds ten voordeele van Multatuli bijééntebrengen, geeft bij deze aan haar Landgenooten kennis dat zij haar mandaat nederlegt. De gelden, door haar in dank ontvangen, zullen door de Commissie overeenkomstig het doel, omschreven in de oproeping van , besteed worden.’
nadere informatie
De brief is bijlage bij het cahier 'Zoogenaamde Multatuli-Commissie'