*4 december 1870
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand, door De Geyter gewaarmerkt. (M.M.)
Wiesbaden 4 December 1870
Waarde de Geyter, Ik heb over uwen naam en adres beschikt in het volgend geval.
Sedert eenigen tyd ben ik hier - voornamelyk om den wille van myne borst, daar ik een verblyf moest zoeken waar ik ademen kan. Ik woon by eene oude weduw die een zoon by de Loire-armee heeft. Gedurende vele maanden ontving zy volstrekt geen tyding, en vreesde dat hy dood was. Gister evenwel heeft zy - langs een omweg - vernomen dat hy leeft, maar... de briefwisseling is gestremd of gevaarlyk - ik begryp het niet regt. Maakt men in Duitsland of in Frankryk de brieven open? Worden ze teruggezonden? Ik weet het niet.
Hoe dit zy, het goede mensch was in-nood om een neutraal adres. En ik was zoo vry haar uwen naam optegeven.
Staatszaken zyn het niet, dat kan ik u verzekeren. Men zal er u niet om ophangen. Zoudt gy de goedheid willen hebben de schryvery die ge alzoo over eenige dagen uit Frankryk ontvangen zult, onder enveloppe aan my te zenden?
Mr E Douwes Dekker
Schillerplatz 4
Wiesbaden.
Hebt ge dezer dagen iets van myne Ideën ontvangen? Ik verzocht mynen uitgever ze U te doen geworden, maar hy is zeer nalatig. Ik hoop van U te hooren dat het U en uw lieve vrouw wel gaat. Myn leven blyft by voortduring moeielyk.
Wees hartelyk gegroet van
Uwen liefhebbenden vriend
Douwes Dekker
Daar komt my de oude Made Manceau - zoo heet m'n propriétaire - vragen of ook eene vriendin die relatien te Lyon heeft, van uw intermédiair mag gebruik maken? Ik heb ja gezegd. Ziedaar U op eenmaal verheven tot 'n gewigtig tusschenpersoon.
Ik zal verheugd zyn eens iets van U te hooren.