Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde
25 oktober 1870
van
J. van Gennep (bio)
aan
Abraham des Amorie van der Hoeven (bio)
Volledige Werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871 (1982)
25 oktober 1870
Brief van J. van Gennep aan H.A. des Amorie van der Hoeven. Dubbel velletje postpapier met monogram JvG, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)
Rotterdam 25 Oct 70.
Amice!
Dank voor het toegezonden schrijven van Dekker en de spoedige afdoening. Dat Dekker schrijven en uitgeven kan wat hij wil spreekt van zelf. Wij wenschten slechts te weten of hij geen démenti zou geven aan onze pogingen. Vraagt ge me of ik niet liever zag dat hij eenige tijd zweeg zoo antwoord ik ronduit: ja! Wat ik gelezen heb zal ten minste niet bijdragen om de sympathie te vermeerderen. Er zijn meesterlijke passages in doch het geheel benauwt. Wie altijd en tegen alles uitvaart verliest zijnen kracht en brengt slechts eenen onaangename indruk te weeg, waartegen het beter ik protesteert. Dat Kappelman getoetst aan een idealen mensch weinig bekoorlijks heeft geef ik toe. Doch de man is, wat hij is of door de omstandigheden geworden is. Zoolang hij dus geen moedwillig kwaad doet heeft hij regt op verschoning en onderrigt, niet op smaad en vernedering. Dat alle partijen enz. hare keerzij hebben, die haren rug aan het ideaal toekeert, is zeker doch de vooruitgang kan slechts door zamenwerking verkregen worden. De waarheidszoeker A. wiens waarheid slechts weinig met die van de waarheidszoeker B. verschilt zal zich dus bij B. aansluiten met opoffering des noods van het verschil, liever dan alleen te blijven staan. De waarheidszoekers X Y en Z. wier waarheid in eene tegenovergestelde rigting is uitgevallen zullen hetzelfde doen. Bij de eenzijdigheid der menschelijke krachten geeft dit zelfs de beste kans op verkrijging eener resultante, die het meest aan de waarheid beantwoordt.
Modderen en schipperen is dus in den aard der gezellige moerasbewoners wat echter het genie niet belet zijne adelaarsvleugelen boven de hoogste bergen uit te slaan. Van daar echter op die moerasbewoners te schimpen, omdat het zich eenig en verlaten gevoelt, is eene miskenning der natuurwet, waaraan zij evenzeer als hij zijn onderworpen. Zoodra zij volgens de Darwinsche theorie ook adelaartjes zijn geworden zullen zij zich insgelijks verheffen. Er bestaat echter geene reden om ze - wijl men zelf een streepje voor heeft - in den tusschentijd te trappen. Vooral personele aanvallen tegen hen, die zich reeds wat meer boven het algemeene peil beginnen te verheffen, komen mij steeds verwerpelijk voor.
Doch dit tot daaraan toe! Het comité heeft weder een nieuw lid gewonnen in Quack. Zimmerman heeft bedankt om redenen niet betreffende de zaak maar zijn persoon. Schimmel heeft nog niet geantwoord. Misschien is hij afwezig. Ik zal nu voorstellen de zaak zoo spoedig mogelijk op touw te zetten. Mijn schrijven aan Wertheim onder anderen om reeds uit de eerst binnenkomende gelden eene wekelijksche uitkeering te doen, werd beantwoord met de dadelijke toezending van f100, en verzoek die, naar goedvinden uit te keeren. Mij dunkt eene uitkeering in eens strijdt tegen het doel. Met 20 of 25 gulden in de week zal het in Gustavsburg vooreerst wel te stellen zijn. Wij zouden dan alweer een maand verder zijn. Zoudt gij U nogmaals met die uitkeering willen belasten. Zoodra het comité gekonstitueerd is gaan alle bemoeijenissen daarop over en ik, die nog niet in direkte aanraking met Dekker ben geweest, kom niet gaarne aan met iets dat in vreemde landen op een aalmoes zoude kunnen gelijken. Dat het doel is voorloopige tegemoetkoming in afwachting der resultaten in het comité weet gij en behoeft door een vriendenhand niet te worden betoogd. Vale t.t.
J van Gennep