20 oktober 1870
Brief van Multatuli aan H.H. Huisman. Dubbel velletje postpapier waarvan drie blz. beschreven. (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)
De brief van Huisman, waarop het onderstaande het antwoord vormt, is niet bewaard gebleven.
Mainz 20 October 1870
beste Huisman, Ik ontving Uwen zoo roerenden brief met de tien gl. Ik kan u niet zeggen hoe my die aandeed.
Om u een bewys te geven hoe noodig ze waren, ik heb de courant die ‘ontoereikend’ gefrankeerd was, moeten weigeren! Dat was zeer verdrietig.
Maar juist tegelyk ontving ik andere Couranten (twee Sneekers) die iets uit het Alg. Dagblad v. Nederland aanhalen. Ik gis dus dat ik weet wat ge my zondt.
En - nog toevalliger - ook ontving ik brieven die veel hoop geven dat ik weldra eenigzins ruimer zal zitten. Ja, 't zal wel gaan.
Dan schryf ik u terstond. Dat zou ik toch gedaan hebben, al hadden we nu niet weer aangeknoopt.
Van Van Helden is 't ellendig. Hy schreef me den 27 September dat de present-exempl. verzonden waren. (dus natuurlyk die voor 't publiek ook)
Hoe ik met hem handelen moet, is me een raadsel. Hy antwoordt niet op m'n brieven. Alles schynt by hem in de war. Ik corrigeerde reeds blad ii, en nu is er nog geen enkel verschenen. Op die wyze wordt alles oudbakken en ik raak den draad kwyt.
Van Helden is oorzaak dat ik zoo schraal zit.
Beste, hartelyke kerel, ik zal u zoo spoedig mogelyk weer schryven, en u een beetje beter op de hoogte houden, al is 't dat ik 't beroerd heb. Myn zwygen is gewoonlyk een bewys van tegenspoed.
Voor 6 maanden had ik zooveel hoop op royaal herstel! Ik meende er zeker van te zyn. De wyze waarop dit is misgeloopen is éénig. En later weer. Drie uitgevers ‘Nederland’ ‘Noorden’ en nu van Helden laten me tegelyk in den steek. En ik had er zooveel op geregeld. In godsnaam! Maar weer proberen. De heden ontv. brieven geven my weer hoop. Als ik maar geruster was over Uwe gezondheid! Alle andere dingen kunnen nog beter hersteld worden, schoon het verlies van tyd ook bitter is. Of Job ook z'n verloren jeugd weerkreeg? Dat meldt de schrift niet.
In allen geval schryf ik u binnen 8 dagen weer. Ik heb een beetje hoop. Uwe hulp was zeer, zeer welkom. Verbeelje ik kon de courant niet aannemen, en zou vandaag weer niets hebben gegeten dan zwart brood dat de fransche gevangenen weigeren. Och, gy zult ook niet veel meer of beter hebben. En dat is nog het ergste niet - als ge maar onafhankelyk waart. Ik weet wel wat het zwaarste drukt! Geloof my. Nu, ik heb weer wat hoop. Als my iets gelukt zult gy er in deelen. Dat is eenvoudig pligt, en tevens een genoegen voor my.
Wees zeer hartelyk gegroet van
Uw liefhebbenden
DouwesDekker.
Ga niet by v. H. En spreek er maar niet over. Ik wensch hem niet te benadeelen. Ook is 't myn eigen belang dat hy staande blyft - maar ik vrees er voor. Dat hy zoo zwygt is uit verlegenheid.