3 november 1869
Brief van J. de Vletter aan Multatuli. Half velletje postpapier, geheel beschreven. De laatste regel staat verticaal in de marge. (M.M.)
AdV: de broer van Jacob de Vletter was onderwijzer te 's-Gravezande.
ZM: Zijne Majesteit; achter ZM staat alle drie keren een vraagteken, maar dit is kleiner en maakt de indruk door andere hand later te zijn toegevoegd.
17 Nov.: de dag dat het monument in Den Haag zou worden onthuld.
gister heb ik vergeten: blijkbaar heeft Multatuli op 2 november de Vletter opnieuw bezocht.
Geheim.
Hooggeachte Vriend.
Ben zoo vrij U kennis te geven dat mijn broêr AdV te 's Gravenzande mij gezegd heeft plan te hebben ZM te gaan spreken.
Ik geef U in overweging of dit meer doel zou treffen, zoo Gij (U) in een schrijven aan ZM voorstelde, dat ZM tot bevordering van orde en rust in den staat, door middel van zijn prerogatief een einde aan dezen ongelukkigen coup make. 17 Nov. geeft gereede gelegenheid. Tot overtuiging van mijn regt op bevrijding zou m.i. best kunnen dienen: de brochure de Eer van Jacob de V enz gehandhaafd, benevens het Weekbl v/h R no. 3123.
Ik meld u tevens dat minstens twee getuigen aangaande H 14o. schriftelijk aan den Hoogen Raad hebben verklaard dat dit leugen (onwaarheid, onjuistheid) is. Ik laat dit verder geheel aan uw juiste oordeel over.
Gister heb ik vergeten U te vragen of mijn vrouw (zooals zij met mij afgesproken had) in een brief a/d Pr: Gen: heeft gevraagd of ik ten minste te Leeuwarden mijn eigen ondergoed zal mogen gebruiken; want zoo niet, dan zou zij p.m f10. - kunnen sparen voor een warmen onderbroek. Welk een einde aan een zoo belangrijk biljet!
Dat het U en de uwen welga.
tt Jb de V
3 Nov 1869.
De Weekbladen zijn ter Uwer disposicie alhier.