16 oktober 1869
Brief van Jacob de Vletter aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan drie bladzijden beschreven. Op blz. 4 het adres: Wel-Edelen Heere Douwes Dekker. Multatuli Zuidwest binnencingel N: 109 te 's Hage, en het poststempel: 's Gravenhage 16 Oct 69. (M.M.)
De twaalf regels schrift van dan zal ik mij genoegzaam tot en met het woord gekloroformizeerd zijn in grotere letters geschreven.
16 Oct 1869
Hooggeachte Vriend!
U schrijven van 13 dezer was mij zeer welkom. - Wanneer het toch een man als gij... neen, wanneer het U behoefte is mij simpati te betuigen, hoeveel te meer mag ik die dan veronderstellen van oppervlakkige mensen. - Een bezoek van U acht ik zeer vereerend en 'k twijfel niet of U zal dit niet geweigerd worden, daar ieder, op aanvrage permissi heeft ontvangen. Een biljet hier toe is volgens informacie te verkrijgen bij den Hr Proc: Gen: van Galen of bij den Hr Raedt v: Oldenbarnevelt. Ik schrijf dit, omdat ik niet weet, wie 't digst bij U woont. -
Ja, mijn waarde, het is wat te zeggen, dat de H.R. niet één middel v: cassacie voldoende heeft geac... verklaard zelfs niettegenstaande vele getuigen bij akte de m: i: eenige strafbare beschuldiging, - te vinden in het Weekblad v/h R.no 3123 leter H no14. - als leugen hebben gesignaleerd en ik kan er bijvoegen, dat niet één der getuigen dit heeft gezegd, noch iets dat hiermeê overeenkomt. - Nu de zaak is afgeloopen, - ik meen de pro forma regtspraak, maar als er op een of andere wijs geen mouw aangepast word, zie ik nog akelige tonelen te gemoet, hoewel ik ze niet verlang, ja wel wens om mijn idé hieromtrent den volke te mogen openbaren, en dat hier op neêrkomt, dat ik liever tien jaar blijf zitten in deze ellendige afzondering, dan dat de geest van oppozicie en vrijmaking door een opstand zich openbare. Alle billijke middelen tot mijn bevrijding zie ik echter met vreugd en blijde verwachting te gemoet. - Door ons geheele landje schijnt een gloed van verontwaardiging over mijn mishandeling zich verspreid te hebben. Hierdoor is 't volk in mijn achting weer gerezen. - Als 't nu, des noodig, met bedaarden ernst zijn veto uitspreke en ik mijn vrijheid terug erlange, waarop ik onvoorwaardelijk aanspraak maak, dan zal ik mij genoegzaam voldaan rekenen voor al de folteringen in dit jaar ondervonden, daar er dan getoond is, dat alle vonken v/vrijheidszucht, waarop onze naci zich zelven beroemt - niet geheel zijn verstikt.
Ik hoop niet dat de Holl: leeuw, die gewoonlijk eerst ontwaakt als alle dieren des wouds tot den ezel toe reeds een schoft voor hebben, eerst dan zijn manen schudt, als men bezig is hem den genade stoot te geven. We zijn reeds al te lang gekloroformizeerd. Maar nog eens, ik doe afstand van mijn regt tot vrijheid als het zou moeten verkregen worden door stoffelijk geweld, want, - dit schreef ik onderanderen vóór p.m. 14 daag aan een onbekend vriend, die mij per den Hr R.C. Meijer uw Idéën ten geschenke heeft gegeven, - dat ik de altaren a/d onbekenden god reeds lang verlaten heb en dus niet durf zeggen: ‘ik ben gekomen om het zwaard te brengen’.-
Die boeken waren mij zeer welkom, daar ik ze reeds gelezen had en nu tijd had ze een en andermaal te bestuderen.
Uw koffieveilingen door mij zeer hooggeschat zou ik ook gaarne andermaal lezen Dergelijke taal is mij welkomen spijs. - Ik vraag geen ekskuus voor mijn famieljaar schrijven, uw hartelijke brief geeft mij hiertoe aanleiding.
tt
Jb de Vletter.
s Hage 15 Oct: 1869.
WelEdelen Heer Douwes Dekker
Multatuli
Als u a/d Hr Meijer schrijft, wees dan zoo goed met een paar woorden te melden, dat ik, volgens mijn gewoonte, waarlijk heb vergeten in optima forma voor het kostbare geschenk dank te zegg. schrijven
JbdV.