Multatuli.online

3 april 1869

Brief van Edu aan de heer en mevrouw Houwink. Enkel velletje postpapier, tot het midden van de tweede bladzijde beschreven. (M.M)

zijn telegram: zie 31 maart.

s'Gravenhagen 3 April 1869

Waarde Heer en Mevrouw!

Met heel veel genoegen ontmoete ik mijne moeder en zuster aan het station en U kunt begrijpen dat ze heel verheugd waren mij weder t'huis te hebben. Toch speet het me van U en uwe lieve famille afscheid te nemen.

Het was een vermoeijende reis, vooral na een nacht niet geslapen te hebben; op de Zuiderzee was het zeer mooi veer, zoo dat ik daar altijd op dek gebleven ben.

Dek vond het heel aardig dat ik de laaste avond in Sneek op een danspartij had doorgebragt; ook heb ik hem verteld dat zijn telegram door Mijnheer Bokma aan het Souper voorgelezen werd.

Lieve Mevrouw en Mijnheer, ik dank U beiden wel hartelijk voor de genoegens mij aangedaan; ik heb zoo heel veel plaisier bij U gehad. Wilt U de goedheid hebben de heeren Bokma en Van Ringh har-telijk te groeten en een ferme handdruk aan de jongens; nogmaals hartelijk dank, en gelooft mij met achting en vriendschap

Uwe toegen:

Eduard