*4 maart 1869
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand. (M.M.) Cornak: gids, leidsman; fr. cornac: bestuurder van een olifant.
den Haag 4 Maart 1869
Waarde de Geyter!
Myne vrouw en kinderen zyn sedert 9 dagen hier, en ik heb niets gedaan dan praten (klappen?) spelen, stoeien &. Dat was myn recht, en 't hunne. Dat wil zeggen van de kinderen, want myne vrouw is zeer uitgeput en heeft rust noodig in alle beteekenissen.
Doch dit alles vertel ik U liever mondeling, want ik hoop te Antwerpen te komen nog vóór den 7n april.
(Dit was immers de laatst bepaalde datum?) -
... Want, zie, zekere heer Sterk, een impresario - maar een goed mensch, - wil myn Cornak zyn te Zutphen, Breda &c. Dat is my een groot gemak, want die geldelyke zaken en voorbereidingen stuiten my tegen de borst.
Doch zie, op 't voorgesteld program komt ook voor: Antwerpen. Hy vraagt of ik my verbinden wil daar den 14n te lezen. Voor ik dat aanneem, wenschte ik van U te weten of dit ook welligt indilicaat zoude zyn tegen over den Cercle?
Nu is myn vriendelyk verzoek of gy een briefje zoudt willen adresseren aan den Heer
Ph. Sterk
Musis sacrum
Arnhem
waarin gy zegt:
‘Er is geen bezwaar dat M. den 14 te Antwerpen leest.’
of:
‘Het is beter dat Muit. niet in Antwerpen leest.’
Dan weet hy of i werk moet maken van een zaal, annonces &c. Ik zoude in dit geval lezen ‘Over vrye Studie’ (een stuk dat hier opgang heeft gemaakt).
Zoodra ge - al was 't maar één dag vacantie kunt nemen, kom dan met Uwe lieve beste Lotje eens kyken. Wacht niet op een langer bezoek in den zomer. Dat blyft tòch bepaald. Myne vrouw is zeer uitgeput en gedeprimeerd. Zy heeft zorgvuldige verpleging noodig. Maar de kinderen zyn flink en gezond en levenslustig.
Hartelyk gegroet
Uw vriend
Douwes Dekker
Wilt ge terstond aan Sterk schryven?